Geluksmomentjes.
Eén van de voordelen van een hond is de noodzaak om naar buiten te gaan. Dat is niet altijd een onverdeeld genoegen. Kou en regen worden door baas en hond niet echt gewaardeerd. Harde wind is wel leuk. Hond ziet van alles bewegen en ervaart de wandeling daardoor als ‘spannend’ en de baas vindt een goede storm gewoon lekker. Een wandeling die zeer regelmatig gemaakt wordt, voert langs het kanaal en smalle wegen door de landerijen.
Hij heeft de kale bomen langs het kanaal groen zien worden. De lege, dorre akkers staan nu vol met omhoog schietend mais of aardappelen. De graslanden waar de kievit zijn buitelende baltsvluchten uitvoerde en de wulp zijn wiebelende roep liet horen, zijn voor de eerste keer gemaaid en de geur van dat pas gemaaide gras streelt zijn neus.
Er is één boerderij waar hij langzaam aan voorbij gaat. Daar ruikt hij de varkens zoals ze vroeger roken. Geen vieze ammoniaklucht maar een varkensgeur zoals die hoort te zijn. Het geeft hem herinneringen aan zijn jeugd toen het gezin twee weken vakantie vierde op een boerderij in Woudenberg. Het vakantiehuisje was een omgebouwde kippenschuur. Het jongvee, de kippen, de trekker en de varkens gaven het kind wat hij toen was, de onvergetelijke indrukken. Die varkensgeur weer te ruiken doet hem daarom, om meer dan die ene reden, goed.
Wat hem ook goed doet: de vlieren die hij heeft ontdekt. Hij heeft zijn neus in de waaiers van de bloesem gestoken en de karakteristieke geur opgesnoven. Kuri moest ook even ruiken maar een flinke nies leerde hem dat zij er niet de minste waardering voor op kon brengen. Vol ongeduld wacht hij nu het moment af dat de besjes donkerrood zijn geworden. De flessen waar het sap straks in opgeslagen wordt staan al klaar.
De picknickhut wordt permanent bewoond door een paartje merel. Doodstil zat het vrouwtje te broeden en nu zijn er jongen. Een voorzichtige inspectie leert hem dat er twee eieren uitgekomen zijn. Hopelijk gaat het hen goed.
Gaande langs het kanaal had hij hem al vroeg horen jodelen: de wielewaal. Een vogel die hij slechts eenmaal eerder had gezien bij Meppel. Het mannetje met zijn felgele en zwarte verenpak heeft hij ook hier één keer gespot. Het vrouwtje al een paar maal. Voor de oud-jeudbonders onder ons: bij de afdeling Wielewaal begon zijn leerschool in wat meneer Fop I. Brouwer zo mooi kon zeggen: al wat leeft en groeit en ons altijd weer boeit.
Voor Kuri heeft de tocht langs het kanaal een aantal uitdagingen. Zwemmen natuurlijk en zonder dat de baas het ziet, zich wentelen in het lijk van een onherkenbaar geworden dier. Dat laatste had hij na één keer door. Hij weet waar het zich bevindt en als Kuri zich, gaande richting lijk, wat ver van hem verwijdert roept hij haar al terug. Met zichtbare tegenzin luistert ze en met waarschuwende teksten, of beter gezegd ‘bedreigingen’, houdt hij haar in de gaten/bedwang. Als ze er al lang voorbij zijn, mag ze weer haar gang gaan. De verlokkingen van het lijk liggen dan letterlijk achter hen en nieuwe uitdagingen dienen zich aan. Een knoert van een tak meeslepen bijvoorbeeld. Blaffen naar een overvliegende reiger of naar een stoïcijns grazende koe. Twee ganzen de lucht in laten vliegen, happen naar een vlinder, per ongeluk een fazant uit zijn dekking jagen of het langdurig besnuffelen van een plekje waar iets heel interessants is gedaan. Het leven van zijn trutje is niet gecompliceerd en goed voorbeeld doet goed volgen, toch?
©peter gortworst / jun 2018
Ik loop met je mee, ruik, voel en zie. Wat een heerlijkheid.
LikeGeliked door 1 persoon
Ik wandelde er ook…heerlijke omgeving!
LikeLike