De Deen

Ze belt bij haar vader aan en steekt tegelijkertijd de sleutel in het slot. Hij houdt er niet van om ‘overvallen’ te worden door bezoek dat zichzelf binnenlaat ook al is het zijn eigen dochter. Ze vindt hem op kleine plaatsje achter het huis. Hij heeft zich op het keukenkrukje gezet.

‘Zo? Lekker in het zonnetje?’ vraagt ze.
‘Ja, ja. Je moet ervan genieten zolang het kan.’
‘Waarom heb je de tuinstoel niet uit de schuur gepakt? Die zit toch veel lekkerder?’
‘Ja, ja.’
‘Te veel werk zeker? Ik pak hem wel even.’

Ze tilt de tuinstoel uit de schuur, dirigeert haar vader van het krukje naar de stoel en vraagt:
‘Zal ik koffie zetten?’
‘Lekker! Ja, ja. Lekker.’
In de keuken zet ze koffie en terwijl het apparaat bezig is, controleert ze de inhoud van de koelkast. Het zal niet de eerste keer zijn dat ze groene ham, bruine witlof of een stuk Goudse kaas met een indrukwekkende schimmelcultuur vindt. Het ziet er gelukkig allemaal goed uit. Zelfs de melk ruikt niet zuur.
Met twee kopjes koffie loopt ze naar buiten. Ze neemt plaats op het krukje.
‘Hoe gaat het?’ vraagt ze.
‘Goed. Ja, ja.’
‘Hoe is het met het nieuwe boek?’
‘Ja, ja,’ en het klinkt wat aarzelend.
‘Niet goed?’
‘Nee…’
‘Waarom niet?’
‘Ik zit vast. Ja, ja. De hoofdpersoon heeft zich teruggetrokken.’

Ze kijkt hem niet-begrijpend aan. In haar ogen is de schrijver de baas dus hoe kan een hoofdpersoon, die je zelf bedenkt, zich terugtrekken?
‘Verklaar je nader,’ zegt ze daarom.
‘Ja, ja. In mijn boek komt een man uit Denemarken in Nederland wonen…’
‘Uit Denemarken? Waarom?’
Hij wijst naar een huis dat net zichtbaar is achter een boom.
‘Zie dat huis met die panelen op het dak? Daar woont een Deense man en omdat ik niks van Denemarken weet, heb ik hem gevraagd of hij mij wilt helpen. Het is toch makkelijk als je voor je research niet zo ver weg hoeft?’
Dat is ze helemaal met hem eens. De keer dat ze hem ’s nachts van de pier in IJmuiden moest halen, staat haar nog helder voor de geest.
‘Breek me de bek niet open,’ zegt ze daarom, ‘En? Wilde hij je wel helpen?’
‘Ja, ja. Ik leerde veel over Denemarken.’
‘En hij is jouw hoofdpersoon?’
‘Ja, ja. Was.’
‘Oh? En waarom nu niet meer?’
‘Hij heeft een crimineel verleden. In Denemarken heeft hij een moord gepleegd en nu woont hij onder een valse naam in Nederland.’
‘Is dat echt zo!?’ Ze schrikt van deze ontboezeming. Waar komt haar vader nu weer in terecht?
‘Ja, ja. Nee, dat heb ik bedacht.’
‘Man! Je liet mij schrikken! Wist jouw achterbuurman dat?’
‘Nee. Ja, ja. Ik moest het hem vertellen toen ik vroeg hoe hoog de straffen in Denemarken zijn en hoe de gevangenissen eruit zien. En toen wilde hij niet meer meewerken.’
‘Vind je dat gek?’
‘Ja, ja. Eigenlijk wel ja. Hij weet toch dat ik het verzin. Het is maar een verhaal.’
‘Pa! Doe niet zo dom! Stel, je schrijft over een corrupte directeur en neemt jouw baas van dat bedrijf waar jij gewerkt hebt, als voorbeeld. Je gaat met hem praten en vertelt wat en hoe het verhaal gaat worden. Denk je nu echt dat hij daaraan zal meewerken?’
Ze ziet hem nadenken.
‘Nee,’ zegt ze snel, ‘Dit is geen goed idee wat je misschien gebruiken kan!’
‘Ja, ja. Jammer…’
‘Zal ik nog een keer koffie inschenken?’
‘Ja, ja. Lekker.’

Zwijgend drinken ze hun koffie. Hij zet zijn kopje weg en vraagt dan:
‘Wat denk je van een Poolse poetsvrouw die verschillende adresjes heeft waar ze schoonmaakt?’
‘Wil jij die inhuren?’
‘Ja, ja. Nee. Als hoofdpersoon in mijn boek.’
‘Ah! Nou, zolang ze niet moord of wordt vermoord. Ze niet verkracht of het slachtoffer van uitbuiting is en niet steelt of bestolen wordt; waarom niet? Ik zou proberen er een positief verhaal van te maken. Die kans heb je als schrijver.’
Hij staart nadenkend naar een plukje gras dat manmoedig tussen twee tegels in groot wil worden.
‘Ja, ja. Dat wordt dus niks,’ stelt hij spijtig vast, ‘Ik zit dus nog steeds vast.’
‘Ach Pa, er valt je vast wel iets te binnen. Je moet er gewoon niet elke dag aan denken. Ik ga nu en als ik weer kom, heb je vast wel iets bedacht voor je nieuwe boek.’
‘Ja, ja. Dat klopt. Bij al te lang nadenken kom je niet op de juiste gedachte.’
‘Zo? Zelf bedacht?’
‘Ja, ja. Nee, ervaring.’

Als ze gaat staan, doet hij dat ook. Hij wijst naar de tuinstoel.
‘Die moet zeker weer in de schuur?’ vraagt ze.
‘Ja, ja.’
Ze wil iets zeggen maar slikt op tijd haar woorden in. Als hij liever op een krukje in de zon zit, moet hij dat zelf weten. Ze zoent hem op beide wangen.
‘Dag Pa. Tot de volgende keer.’
‘Ja, ja.

© Peter Gortworst / juni 2022

Mijn boek al gelezen of gekocht?
http://www.boekenbestellen.nl/boek/wraak-kent-geen-winnaars

Advertentie
Dit bericht werd geplaatst in korte verhalen en getagged met , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Een reactie op De Deen

  1. Lekker vlot te lezen. 👍 ……met een groot waarheidsgehalte.

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s