Elske -1-

Voor de hond maakt het niets uit. Een natte, sombere en nevelige oktoberdag is hem net zo lief als elke andere dag. Het bos is altijd vol geuren, sporen en geluiden die duiden op iets spannends. De kleine druppels op zijn brillenglazen  hinderen hem bij het kijken maar hij weet dat de hond hem niet uit het oog verliest en de weg in het bos net zo goed kent als hij. Op de parkeerplaats stond geen enkele auto en hij vermoedt dat er niemand anders in het bos is. Het is daarom een verrassing dat de hond, bij een kruising van bospaden, plotseling begint te blaffen. Hij veegt met zijn vingers het meeste water van zijn bril en als hij ook op de kruising komt, ziet hij een stuk op het pad dat naar rechts voert, iemand stil staan. Erg goed kan hij het niet zien omdat brillenglaswater het beeld vertekent maar het is duidelijk een vrouw met lichte haren en ze staat stil op zo’n honderd meter afstand. Hij roept dat de hond niets doet en ze steek haar hand op. Dan loopt hij door en de hond volgt hem. Raar beest. Normaal interesseert het hem niets als er andere mensen in het bos zijn en waarom nu dan wel?

 

Als hij een stuk verder is, merkt hij dat de hond vlak achter hem loopt en met grote regelmaat achterom kijkt. De staart die normaal fier omhoog staat, hangt in een boog. Hij bromt dat er niets aan de hand is en moedigt de hond aan weer te gaan struinen. Dat heeft geen effect en met de gedachte dat het wel weer over zal gaan, loopt hij verder. Als hij bij de rand van het bos, daar waar de heide begint, staat, twijfelt hij of hij met een boog door het bos terug zal gaan of nog een ronde over de heide zal lopen. Hij besluit het laatste en hoort dan de hond, die nog steeds achter hem staat, grommen. Met de staart tussen de poten is het beest gefixeerd op de vrouw die blijkbaar dezelfde weg heeft genomen. Ze is nog altijd zo’n honderd meter weg en staat stil. Hij maakt zijn bril droog met een papieren zakdoekje en kijkt naar de vrouw. Het is een jonge vrouw. Slank, jong, lange benen en blonde haren. Ze zet hem aan het denken omdat ze hem bekend voorkomt. Helaas heeft hij geen idee van waar of hoe hij haar zou kennen. Het komt niet in hem op om naar haar toe te stappen. Zo iets doet men niet en hij besluit verder de heide op te lopen. De hond volgt hem en het duurt maar even voordat deze zijn schijnbare angst heeft verloren. Hij struint weer van links naar rechts en de staart staat weer omhoog.

 

Vlak voor hij de bosrand aan de andere kant van de heide bereikt, besluit hij met een boog naar links terug te lopen. Normaal doet hij dat niet. Hij loopt meestal door tot het bos om daar op een bankje te gaan zitten. Dat staat op een kleine verhoging en vaak geniet hij dan van het uitzicht over de heide. Vandaag heeft dat geen zin. Het bankje is natuurlijk nat en het uitzicht is beperkt door de grijze mist en motregen. Bovendien is het bankje nu bezet. Met een schok meent hij de jonge, blonde vrouw te zien maar de afstand is te groot. Hij veegt zijn glazen schoon en constateert dat zij het inderdaad is. Ze steekt haar hand op en hij draait zich abrupt om. Hoe is zij daar zo snel gekomen? De weg die hij genomen heeft is de kortste. Heeft zij, misschien wel rennend, een andere weg genomen om eerder op dat bankje te zijn? En waarom? Zonder om te kijken loopt hij weg. De hond doet nog steeds normaal. Blijkbaar heeft hij niets gemerkt.

 

Men zegt wel eens dat wandelen stilstaan bij jezelf is. Dat klopt. Verschillende malen heeft hij dat zo ervaren en ook nu is er genoeg om bij stil te staan. Hij vraagt zich af waarom zijn hond zo raar reageert, hoe het kan dat zij kilometers heide sneller heeft afgelegd maar vooral waarom ze hem bekend voorkomt. In gedachten gaat hij al zijn vrienden en kennissen af en vooral hun kinderen. Wie heeft er een slanke dochter met blonde haren? Hij weet er geen en de wetenschap dat dit vraagstuk hem de komende dagen bezig zal houden, ergert hem. Het is dit keer geen liedje of melodie waar hij niet op kan komen, geen naam van een oude bekende, geen stuk gereedschap wat hij niet kan vinden  en waarvan hij ook niet weet wanneer en waar hij dat voor het laatst heeft gebruikt. Dit is lastiger. Hij heeft noch een naam noch een gezicht en de vragen die hij heeft kan hij niet zomaar vergeten.

 

Na ruim een uur is hij bijna terug bij de auto. De hond is moe. Een konijn wat tussen de bomen door weg schoot, heeft hij zelfs laten lopen. Het pad maakt een flauwe bocht naar links en van daar kan hij zijn auto in de verte zien. Plotseling staat de hond achter zijn benen. De staart weer tussen de poten en hij gromt. Bij zijn auto staat die vrouw. Ze kijkt door het portierraam naar binnen. Hij wacht op wat komen gaat. Ze draait zich naar hem toe en steekt haar hand op. Dan loopt ze weg en dat loopje kent hij ergens van. Die slanke benen en dat kleine kontje heeft hij eerder gezien. Maar waar en wanneer?

Zodra ze weggelopen is, doet de hond weer normaal. Bij de auto is niets verdachts te vinden en met een hoofd vol vragen rijdt hij naar huis.

 wordt vervolgd

 

 

 

© peter gortworst / okt 2019
afbeelding: maker Alexey_M 

                     Getty Images/iStockphoto

 

 

Advertentie
Dit bericht werd geplaatst in korte verhalen en getagged met , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

2 reacties op Elske -1-

  1. Rob Alberts zegt:

    En nu wachten op het vervolg …

    Nieuwsgierige groet,

    Geliked door 1 persoon

  2. Ik ben blij dat het vervolgd wordt……

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s