Tafel

Hij staat tegen de muur en wordt voor een groot deel aan het zicht onttrokken door een bruin, kunstleren driezitsbank. Op het blad staan twee stapels stoelen van diverse pluimage maar hij herkent hem aan zijn, net zichtbare, poot: vierkant van boven, wat draaiwerk, een verdikking als een urn, weer wat draaiwerk en weer een vierkant: dit was hun keukentafel.

Een beetje opgewonden zoekt hij naar beschadigingen op de lange zijkanten. Precies in het midden zouden krassen moeten zitten van het tafeltennisnetje. Dat netje werd met schroefklemmen vastgezet en tot verdriet van zijn moeder beschadigde dat het blad.  Deze tafel zit echter zo vol met krassen, kale plekken en andere beschadigingen dat het onmogelijk is om dit meubelstuk als het zijne te beschouwen. Hij doet dat, de twijfel rechts passerend, wel en als blijkt dat ook de twee uitschuifbare delen aan de kopkanten er nog in zitten, koopt hij het meubelstuk voor een zacht prijsje.

“Wat moeten we daar nu mee?” vraagt zijn vrouw als hij de tafel apetrots bij de achterdeur zet. In een, naar hij hoopt, gloedvol betoog vertelt hij over zijn tafel. Dat ze, als gezin, aan deze tafel de grote en kleine verdrietjes, de zorgen, de blijdschap en de dagelijkse dingen met elkaar hebben gedeeld. Dat ze alle dagen, drie keer per dag, aan deze tafel hebben gegeten en de bijbel is gelezen. Zijn vader altijd aan het hoofd zat en elke zondag hun oma aan de andere kant. Dat met kerst deze tafel uit elkaar werd gehaald om weer in de woonkamer te worden opgebouwd zodat hij, volledig uitgeschoven en versierd, meer dan waardig was om een kerstdiner aan te houden. Dat, tijdens het eten, de hond altijd onder deze tafel lag en zijn oudste broer dat beest, zeker de eerste tijd, niet vertrouwde. Hij zat dan schuin aan tafel en voor geen goud gingen zijn benen richting hond. Dat de krant op deze tafel helemaal opengeslagen kon worden en dat je, leunend op je ellebogen, zo lekker kon lezen. Dat ze er vele gereformeerde zondagmiddagen tafeltennis op speelden in een keuken die te klein was en het tennis een loterij bleek omdat je, door alle oneffenheden, nooit wist waar het balletje heen zou gaan. Als deze tafel toch eens zou kunnen spreken….!

“Hm” zegt zijn praktisch ingestelde vrouw, “Waar woonde je toen?

“Heemskerk…..?”

“En in welke kringloopwinkel heb je deze gekocht?”

Hij zwijgt. Voor een tafel met vier poten moet 180 kilometer toch best te doen zijn? Zonder iets te zeggen gaat ze naar binnen.

Hij is er weken zoet mee geweest maar nu kan men hem een autodidactisch restaurateur noemen. Niet alle beschadigingen zijn weg. Dat hoeft ook niet. Iemand die zo oud is mag getekend zijn. Hij staat nu te pronken in de logeerkamer en zijn enige taak is het dragen van de oude koperen kruik, de foto van zijn ouders, een oude glazen vaas en een stoof die nog van oma was.

Toen zijn ouders deze tafel kochten was er nog geen wegwerpmaatschappij. Zij kochten hun spullen voor de eeuwigheid en hij vindt het een mooie gedachte dat de eeuwigheid van deze tafel een stukje is verlengd.

 

© Peter Gortworst

Foto: marktplaats

Advertentie
Dit bericht werd geplaatst in eerder en getagged met , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Een reactie op Tafel

  1. Villasappho zegt:

    Ah wat een mooie ode aan een tafel. Mooi hoor weggooien is zk makkelijk.

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s