Amerika

Ze is frisgewassen onder de douche vandaan gekomen, heeft over haar slobberpyama de dikke ochtendjas aangedaan, is in haar foeilelijke maar heerlijk warme roze sloffen gestapt en kruipt zo knusjes tegen haar man aan op de bank.
‘Hoe laat begint het?’ vraagt ze.
Hij kijkt even op zijn horloge en zegt dan:
‘Over zeven minuten.’
‘Dan kan je mooi nog wat lekkers voor mij inschenken….’
‘Wijn?’
‘Mmm, ja, die droge witte.’
Hij staat op om zijn goede daad als liefhebbende echtgenoot te vervullen. Dan gaat haar telefoon. ‘Pa’ staat er in het schermpje.

‘Ja? En wat is er nu weer?’ vraagt ze plagerig.
Het is even stil aan de andere kant. Dat verbaasd haar niet. Papa is niet zo van de snelle, onverwachte kwinkslagen of grapjes.
‘Ja, ja. Je moet even komen.’
Het klinkt een beetje paniekerig en de laatste keer dat ze dit zo hoorde, was hij een melkpannetje op het fornuis vergeten. De melk was verbrand, het pannetje gesmolten en de keuken zwart van de roet. Het kostte een week om de keuken op te knappen en de stank is nog steeds niet helemaal weg.
‘Is het dringend? Kan het niet tot morgen wachten?’ vraagt ze.
‘Ja, ja…Nee, niet tot morgen. Het is iets met geld.’
‘Ben je geld kwijt?’
‘Nee, nee. Ik moet omrekenen en dat weet ik niet. Ik bedoel… Kom nou maar dan laat ik het je zien.’
Ze zucht diep en luidruchtig en terwijl haar man een heerlijk glas koude, witte wijn op de salontafel zet, zegt ze:
‘Oké. Ik kom eraan.’

Ze gooit haar jas over de eetkamerstoel, ploft op de bank en vraagt:
‘Nou, vertel. Wat is er aan de hand?’
Ja, ja. Ik ga in september naar Amerika.
‘Hè!? Hoezo? Waarom?’
‘Ik heb ja, ja, een uitnodiging van het Genootschap tot instandhouding van de Nederlandse taal gekregen.’
Hij spreekt de naam van dit genootschap bijna net zo respectvol uit als de naam zelf al doet vermoeden.
‘In Amerika?’
‘Ja, ja. In Amerika. In Chicago.’
‘En wat moet jij daar dan gaan doen?’
‘Uh…uh… ja, een lezing houden… denk ik.’
Ze is even stil om na te denken. Dat zijn lezers overal op de wereld te vinden zijn, wist ze al maar een genootschap die hem uitnodigt om een lezing te geven, gaat er bij haar niet in.
‘En wat heeft dat met geld te maken?’
Ik moet, ja, ja, negenhonderd dollar overmaken. Dan regelen zij de vlucht en het hotel en als beloning voor de lezing krijg ik daar, aan het einde van de avond, duizend dollar voor terug. Nou, dan heb ik én een leuke trip én honderd dollar extra. Mooi toch?’
‘En hoe komen ze zo bij jou terecht?’
‘Ja, ja. Via de mail.’
‘Laat die maar eens zien.’

De foto van een beetje wulps kijkende Sarah DeYoung staat prominent boven een mail die geschreven lijkt te zijn door iemand die nooit zal slagen voor de inburgeringscursus. Wel duidelijk is de haast waarmee het geld overgemaakt dient te worden. Vroeg boeken maakt de vlucht goedkoper is het argument. Ze googelt de naam van het genootschap en het zoekresultaat bevestigd haar vermoeden: Het bestaat niet en ook alle foto’s van dames in Chicago die Sarah DeYoung heten, lijken niet op de foto van de mail.
‘Heb jij al wat terug gemaild?’ vraagt ze.
‘Ja, ja. Nee…?’
‘Mooi, wacht maar even.’

Geachte mevrouw DeYoung,

Als zaakbeheerder van mijn vader laat ik u weten dat wij zeer bereid zijn om een lezing voor uw genootschap te verzorgen. Aangezien mijn vader niet alleen kan reizen, zal ik hem begeleiden. Ik verzoek u daarom een bedrag van drieduizend dollar over te maken op een rekening waarvan ik u het nummer, na uw toezegging, geef. Dit bedrag is nodig voor de vlucht, aanschaf van een paspoort voor mijn vader, derving van mijn inkomsten en verblijf in een hotel van onze keuze. Voor het houden van de lezing gaan wij akkoord met uw voorstel om daar honderd dollar voor te vragen.

In afwachting van uw mail en met een vriendelijke groet,

Ineke Wolmans

Haar vader staat stilletjes en een beetje beteuterd naar het scherm te kijken. Ze klikt op ‘verzenden’ en zegt:
‘Als het goed is, horen we nooit meer iets van Sarah.’
‘Oh?… Ja, ja….
‘Het is goed dat je mij belde, pa. Zeker als ze geld van je vragen, moet je dat een volgende keer ook doen.’
‘Ja, ja.’
‘Wat denken die oplichters wel? Geld aftroggelen van oude lieve mannetjes! Dat gaat mooi niet gebeuren.’
‘Ho, ho! Ik ben niet oud,’ sputtert haar vader.
Ze omhelst hem.
‘Maar je bent wel lief.’
‘Ja, ja,’ klinkt het ergens gesmoord.

‘En? Wie is de mol?’
‘Geen idee,’ zegt haar man, ‘Ik heb niet gekeken. Doe je makkelijke kloffie weer aan en plof op de bank. Ik schenk een nieuw glas voor je in en dan gaan we samen alsnog kijken.’
‘Hmmm, jij bent ook lief.’
‘Wie nog meer dan?’
‘Mijn vader natuurlijk!’
‘Ja, ja.’

© Peter Gortworst / jan. 2023

Advertentie
Dit bericht werd geplaatst in korte verhalen en getagged met , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

4 reacties op Amerika

  1. Rob Alberts zegt:

    Mooi beschreven

    Ik heb het op Twitter geplaatst.

    Stille groet,

    Geliked door 1 persoon

  2. Leuk! Een hartelijk ingrijpende dochter Ineke.

    Geliked door 1 persoon

  3. Mooi geschreven. Wij maakten het laatst mee met mijn moeder, telefoontje van de bank over haar pasje. Een heel gedoe voordat ze haar geld weer terug had. Nu belt ze ook voortaan, hoop ik.

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s