De zanger in de nacht

Vraag mij nu niet waarom we het doen. Ik weet daar ook zo één, twee, drie geen antwoord op. We vliegen heen en weer en dat doen we al heel lang. Je moet daarbij niet denken aan jaren maar aan eeuwen. Er zijn er die menen dat het te maken heeft met een overblijfsel van de ijstijd, anderen denken dat de langere dagen in het noordelijk deel van deze wereld er iets mee van doen hebben, maar mij maakt het niet uit. Ik vlieg gewoon in het voorjaar naar het noorden en eind juli denk ik alweer aan de reis naar het zuiden. Stel dat ik het wel zou weten. Wat schiet ik daarmee op? Wijsheid is leuk maar het dagelijkse leven moet ook gewoon doorgaan, toch? Elke keer dat hele eind vliegen wordt er bovendien ook niet anders van.

Ach, ik heb mij nog niet voorgesteld. Welnu, voor de minder begaafde vogelaars ben ik een bv-tje. Dat is de afkorting voor een bruin vogeltje waar men de naam niet van weet. Voor de beter geschoolden ben ik een nachtegaal en ja, ik weet het: aan mij kleven vele legenden en amoureuze gedachten met net zo veel handelingen. Ik ga daar niets over zeggen behalve dan dat ik daar niets mee te maken heb. Ik zorg voor een nest, bevrucht mijn vrouw, help met broeden, zoek eten om mijn jongen te voeren en zing. Denk je nu werkelijk dat ik dan nog tijd heb voor al die onzinverhalen? Ik dacht het niet.

Ik ga altijd naar hetzelfde plekje terug. Ik ken het daar zodat ik niet voor verrassingen kom te staan. Het bos heeft geen hoge bomen en veel struikgewas. Op, ik zou bijna zeggen loopafstand, staat een kleine boerderij. Het is een onmogelijk ding. Vervallen, verveloos en een golfplaten dak. Toch wonen er mensen in. Twee oudjes die daar hun dagen slijten. Regelmatig komen er kleine kinderen die dan helpen in die prachtige moestuin. Ze bekijken het varken in haar kot en maken de geit, die aan een lang touw op een stuk land staat, het leven zuur. Dat zijn mooie momenten omdat kinderstemmen zo vrolijk klateren. Aan het einde van zo’n dag doe ik extra mijn best. Die twee oudjes weten dat. Vaak gaan ze, knus tegen elkaar aan, tijdens mijn zang op het bankje bij de moestuin zitten om van mijn kunstuitingen genieten.
Het is ook een beetje terugbetalen. Dankzij hun varken en geit zijn er genoeg insecten die ik kan eten en ik niet alleen. Ook mijn vrouw en kinderen genieten daar van mee. Nee, het leven in Sukha Balka is eenvoudig en goed.

Ik ben gisterenavond laat aangekomen en heb mij teruggetrokken in mijn favoriete struik. Ik was best wel moe. De nachtrust is echter van korte duur. Het rommelt in de verte. Eerst dacht ik dat het onweer was maar dat klopt niet. Het is een ander soort gerommel. Meer knallen dan die kenmerkende rollende donder van het onweer. Ik hoop niet dat het blijvend is. Het maakt mij wat onrustig en dat is niet goed voor een vogel die geacht wordt voor nageslacht te zorgen.
Wat mijn ongerustheid vele malen erger maakt is de toestand bij de boerderij. In de moestuin is nog geen slablaadje, radijsje of bonenplantje te ontdekken. Een vluchtige blik in het varkenskot leert mij dat er geen varken is en op het stuk land ligt wel een lang touw maar er staat geen geit. Alle deuren van het boerderijtje staan open en het vensterglas van de keuken is kapot. Dat was niet zo toen ik vorig jaar wegging.

Een stukje verderop woont de zwarte roodstaart en ik ben maar eens gaan buurten om te horen of hij wat meer weet. De boodschap geeft te denken. Niet zo heel lang geleden zijn de meeste bewoners van het dorp in een bus gestapt en weggereden. Zwijgzame mannen, huilende vrouwen met kinderen en allemaal hadden ze tassen en koffers bij zich. Waar ze naar toe zijn gegaan, wist hij niet. Wel hoopte hij dat ze terug zouden komen. Hij pikt zijn maaltijden namelijk het liefst uit kort gemaaid gras en wie gaat dat maaien als er niemand is? Ik bedenk met schrik dat ook mijn maaltijden onder druk komen te staan. Geen varken, geen moestuin en geen geit geeft behoorlijk wat minder insecten.
Het wordt een zware tijd. Dat weet ik nu al. Voor mijn zangkunsten zal er weinig gelegenheid zijn, maar wat maakt het uit? Mijn publiek is er toch niet.
Maar… Nee!
Zo moet ik niet denken. Ik ben niet voor niets een zanger. Zingen kan ik en zingen zal ik. Misschien tegen beter weten in maar als de muziek stopt is, net als met de liefde, alles snel voorbij. Ik moet zo luid zingen dat ik het gerommel in de verte overstem. Zo luid dat mijn twee oude mensjes het daar, waar ze ook zijn, kunnen beluisteren. Ik weet niet wat er aan de hand is, maar dit bv-tje zal eens laten horen dat er met zijn stem verschil kan worden gemaakt. Wat zullen we alle mollen kruisen nog aan toe, nu hebben?
Toch hoop ik dat het snel voorbij is. Keelpastilles voor nachtegalen zijn nog niet uitgevonden.

© peter gortworst / mrt 2022

Wil je een heel boek van mij lezen? Bestel dan ‘Wraak kent geen winnaars’ via
http://www.boekenbestellen.nl/boek/wraak-kent-geen-winnaars 

Advertentie
Dit bericht werd geplaatst in korte verhalen en getagged met , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

2 reacties op De zanger in de nacht

  1. Vanuit een andere invalshoek bekeken. Knap en met een gevoelig accent geschreven. Een reële benadering van wat een impact alles heeft op het leefmilieu.
    Huis en haard moeten achterlaten……

    Geliked door 1 persoon

  2. Mooi! Knap hoe je altijd op zo’n originele manier naar een situatie kunt (laten) kijken.

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s