Het zou best eens een fobie kunnen zijn. Zeker weten doet hij het niet. In het lijstje met fobieën heeft hij het nog niet kunnen vinden en dat maakt hem uniek. Dat bevalt hem. Uniek zijn en doen, is het mooiste wat hem kan overkomen.
Dat heeft hij altijd al gehad. Als kleine jongen geeft lopen door vers gevallen sneeuw hem een euforisch gevoel. Maagdelijk witte sneeuw die knerpt onder je schoenen. Hier heeft nog niemand gelopen. Alleen zijn voetstappen zijn zichtbaar. Iedereen die na hem komt, loopt in al betreden sneeuw. Zij zijn niet de eerste omdat hij zijn sporen daar al zette.
Hetzelfde heeft hij aan het strand. Gladde stukken zand die hij als eerste markeert met zijn voetstappen. Hij maakt gewone voetstappen, loopt een stukje op zijn tenen of wijdbeens en als hij zich omdraait om zijn sporen te bezien, vult het hem met voldoening. Zijn voetstappen staan hier als eerste en enige. Dat telt.
Zijn kleding kiest hij zorgvuldig uit. Het moet beslist niets met de gangbare mode van doen hebben. Dat het hem een opvallende verschijning maakt is juist goed. Zo vaak zie je niet een man lopen met een knickerbocker, geruite lange sokken en bruine veterschoenen. Dat men hem nakijkt als een bijzonder mens is mooi meegenomen maar in wezen gaat het hem daar niet om. Het gaat hem om zichzelf. Hij haat het als het hem niet lukt om de eerste en enige te zijn en dat gaat ver.
Op een feestje wil hij best een colaatje drinken maar alleen als de fles nog niet open is geweest. Als het bord met lekkere hapjes rond gaat neemt hij niets wanneer hij niet de eerste is. Chips uit een schaaltje laat hij, om dezelfde reden, staan. Een biertje drinkt hij uit een flesje. Nooit van de tap want hoeveel hebben er voor hem al een biertje uit dat vat getapt? Verjaardagstaarten laat hij staan. Het eerste stuk is immers voor de jarige en daarmee voldoet de taart niet meer aan zijn voorwaarde. Eén maal per jaar is hij echter de gelukkige. Hij krijgt het eerste stuk en dat is dan genieten met een hoofdletter.
Deze dwang maakt zijn leven niet eenvoudig en ook voor zijn naasten is de omgang met hem lastig. Zijn moeder wist hoe met hem om te gaan. Zijn bord werd als eerste vol geschept, het pak vla mocht hij zelf open maken en in zijn kommetje schenken. Hetzelfde met de koekjes maar was het eenmaal open en hadden anderen er ook van gegeten dan raakte hij met geen vinger meer aan.
Kunstenaar wil hij worden. Het enige beroep waar je uniek in kan zijn. Helaas wordt je daar niet rijk van. Integendeel zelfs. Het kost hem geld want verf, schilderdoeken, klei, gereedschappen, marmer, hout of een schilderezel zijn niet gratis. Op zich is dat niet erg mits je jouw kunstwerken kan verkopen. Dat lukt hem niet. Niemand zit te wachten op iets wat een Dali, Picasso of Appel qua abstractie verre overtreft. Noodgedwongen moet hij elders zijn geld verdienen. Het zijn niet de twaalf ambachten en dertien ongelukken. Het zijn de twaalf ambachten en dertien zich niet kunnen conformeren. Het is slecht kleding verkopen als je er zelf beslist niet modieus bijloopt. Verkoper zijn van radio’s en tv’s geeft weinig ruimte voor unieke verkoopmethodes en ook het maken van opzienbarende belegde broodjes wordt niet op prijs gesteld. Nergens kan hij aarden en de schuld ligt niet bij hem. Waarom zien anderen niet zijn unieke persoonlijkheid? Hij heeft toch ook recht van leven op een manier die hem goeddunkt?
Zo langzamerhand dringt bij hem het besef door dat zijn leven in kommer en kwel geleefd moet worden. Tot hij een maand geleden Irene tegen het lijf liep. Een meisje naar zijn hart. Ook zij heeft maling aan mode, weet zich uniek en leeft als kunstenares in haar eigen atelier. Hij valt als een blok voor haar en tot zijn grote verbazing is dat wederzijds. Ze bewonderen elkaars werk en voeren lange gesprekken over inspiratie en onafhankelijk zijn. Het zich losweken uit de maatschappij met alle ge- en verboden en hoe hoort het eigenlijk, is een favoriet onderwerp. Ook zij heeft slechte ervaringen met niet geaccepteerd worden, met een buitenbeentje zijn. Zij heeft haar draai gevonden. Wat zij in haar atelier maakt, wordt verkocht en dat geeft haar vrijheid. Wat hij nooit heeft durven dromen kan met haar zomaar werkelijkheid worden: een samenwerking van twee bijzondere geesten.
Tot gisteravond. Het begon zo mooi. Hij had een fles wijn meegenomen en zelf het eerste glas volgeschonken. De temperatuur was aangenaam, de sfeer zwoel en de kleding luchtig. Wat de aanleiding was voor haar vernietigende mededeling weet hij niet meer. Ze maakte hem duidelijk dat hij niet de eerste was die met haar ging vrijen. Hij verstarde en zonder een woord te zeggen is hij vertrokken. En nu, the morning after, zit hij op de rand van zijn bed en weet het niet meer. De maagdelijke witte sneeuw waarin hij zijn eerste voetstappen zou zetten, is bezoedeld. Dit kan nooit meer ongedaan gemaakt worden. Anderen zijn hem voorgegaan en dat is onverteerbaar.
Hij belt Irene en netjes laat hij weten dat het over en uit is. Hij stapt op zijn fiets en gaat de stad in. Ergens moet er een baan zijn die bij hem past. Ergens moet er een vrouw zijn die dat ook doet. Zo bijzonder is dat niet.
© peter gortworst / feb. 2021
Afbeelding: nos.com
Geweldig!
LikeGeliked door 1 persoon