De jager -2-

(een vervolg op het vorige verhaaltje)

Ome Tol zit met zijn vrouw aan de keukentafel. Henk komt binnen en merkt direct dat er iets aan de hand is.
‘De hond is dood,’ deelt ome Tol ongevraagd mee.
‘Oh?’
‘Ja. Hij moest een haas ophalen en plotseling zakt hij door zijn achterpoten. Hij jankte het uit. Lopen wilde niet meer en toen heb ik hem naar huis gedragen. Bij de dierenarts kwamen ze erachter dat hij nooit meer zou kunnen lopen. Iets met een zenuw in zijn ruggengraat. Toen hebben we hem maar laten inslapen. Ik wilde het dier niet langer laten lijden.’
‘Man. Wat een naar verhaal. Hoe lang had je de hond?’
‘Elf jaar. Ik heb hem als pup gekocht en zelf getraind als jachthond. We konden met elkaar lezen en schrijven.’
Zijn vrouw zet het eten op tafel. Gedurende de maaltijd laat Henk ome Tol verhalen vertellen over de hond. Voor de verwerking van verdriet is dat best een goed middel.

Na een maand is Henk weer terug. Hij wordt blaffend verwelkomd door een grote hond van onbestemd ras.
‘Max!’ commandeert ome Tol, ’Ga plaats!’
De hond luistert.
‘Braaf.’
‘Je nieuwe hond?’ vraagt Henk.
‘Ja.’
‘En?’
‘Ik weet het niet. Hij luistert slecht. Als hij een haas ziet die ik niet beschieten kan, is hij er al achter aan. Ik kan roepen wat ik wil maar luisteren, ho maar. Jagen is zo niet leuk meer.’
‘Dat lijkt mij niet goed. En wat nu?’
‘Maar eens kijken of ik dat er met trainen een beetje uitkrijg.’
Henk wenst hem daarmee succes. Ze bespreken nog wat zakelijke dingen omdat er natuurlijk ook geld verdient moet worden.
‘Over twee weken ben ik terug,’ zegt Henk.

De twee weken zijn voorbij en Henk zit aan tafel. Voor hem een dampend bord boerenkool. De halve rookworst lijkt hem glimlachend aan te kijken en laat zijn principe aangaande het eten van vlees, als sneeuw voor de zon verdwijnen.
‘Hoe is het met de hond?’
Het is alsof ome Tol een licht opgaat. Hij gaat staan en uit de kast neemt hij een plastic zak. Zijn bord schuift hij opzij en kiepert de inhoud van de zak op tafel. Iets van een walkietalkie, een oplader, een fluitje en een halsband landen naast zijn bord.
‘Jij bent toch een beetje technisch?’ vraagt ome Tol.
‘Ja…?’
‘Ik heb dit geleend van een andere jager. Het is om je hond te trainen. Hij heeft vertelt hoe het werkt maar ik ben het vergeten. De hond moet de halsband om en als hij moet luisteren blaas ik eerst op het fluitje. Als hij niet luistert moet ik met deze zender een fluittoon sturen en wat daarna moet weet ik niet meer.’
‘Laat eens kijken,’ zegt Henk.
Hij bestudeert de halsband. Een brede leren band met leren vakjes. Twee kleine bronzen schoteltjes en een forse sluiting. In de leren vakjes zitten waarschijnlijk de ontvanger, de luidspreker voor de pieptoon, batterijen en een condensator. De zender heeft een witte knop, een rode knop en een draaiknop waar ‘squelz’ bij staat.
‘Is hij opgeladen?’ vraagt Henk.
‘Hij zit hartstikke vol.’
‘Mooi. Ik druk nu eerst op de witte knop.’
Een doordringende pieptoon vult de kamer.
‘Juist. Als jij nu even met beide handen die twee schoteltjes vastpakt, gaan we testen hoe het werkt.’
Gehoorzaam neemt ome Tol een schoteltje in zijn rechter en linkerhand. Henk draait de draaiknop naar maximaal en drukt vervolgens op de rode knop. Met een ongecontroleerde bewegingen stuitert ome Tol in zijn stoel heen en weer.
‘Wel snotverdedomdedju!!’ vloekt hij, ‘Wat was dat?!’
‘Een elektrische schok. Dat voelt je hond ook als dit gebruikt.’
Ome Tol is daar even stil van. Hij wappert af en toe met zijn handen omdat alle spiertjes zich moeten herstellen. De hele handel gaat weer in de plastic zak en hij wil er niet meer over praten.
Henk laat zich de boerenkool goed smaken. Het geven van vruchtbare lessen blijft een dankbaar gebeuren.

‘Nou? Hoe is het met de hond?’ vraagt Henk als hij weer op bezoek is.
‘Fantastisch,’ zegt ome Tol met een brede glimlach, ‘Ik heb die halsband één keer gebruikt. Hij sloeg werkelijk over de kop en sindsdien luistert hij als geen ander. Als die halsband omgaat doet hij alles goed. Ik heb een band laten maken die er ongeveer net zo uit ziet en even zwaar is maar ik kan er niks mee. Het is gewoon een dummy. Zodra die hond die halsband draagt, luistert hij.’
‘Wat een goed idee. Gefeliciteerd. Jagen is nu weer leuk?’
‘Ja. Ik kan weer lekker kuieren zonder mij te ergeren. Wacht, ik heb wat voor je.’
‘Ome Tol verdwijnt even en komt terug met een in zilverpapier verpakt iets.
‘Hier,’ zegt hij, ‘Een haas. Komt uit de diepvries. Jij hebt dit weekend wat lekkers op tafel staan. Zie het maar als een bedankje voor de schokkende les.’
‘Dank je. Ik heb het als een vruchtbare les ervaren.’
Ome Tol denkt even na.
‘Ja, dat kan. Ieder peurt uit een gezamenlijke ervaring nu eenmaal wat het beste bij hem past.’
‘Mooie gedachte ome Tol. Even terug naar aarde? Zullen we het over zaken hebben?’
‘Ja, doe maar. Da’s ook mooi.’

© peter gortworst / nov 2020
afbeelding: nl.freepick.com

Advertentie
Dit bericht werd geplaatst in korte verhalen en getagged met , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Een reactie op De jager -2-

  1. Het lijkt me heerlijk om door de polders te struinen met de hond. Ik zou alleen niet zelf een dier kunnen schieten 🙂

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s