Ze is jong, beschikt over een bovenmatige slimheid en heeft een figuur waar menig mannenhart sneller van gaat kloppen. Gelukkig is niet iedereen perfect. Zij ook niet. Bij tijd en wijlen is zij een chaoot van het zuiverste water. Vaak gaat het goed maar er zijn van die momenten. Op de regel dat vrouwen de kunst van multitasking beheersen, is zij de spreekwoordelijke uitzondering. Dat weet zij van zichzelf heel goed. Daarom heeft zij zich, gedurende haar nog korte bestaan, handigheidjes aangeleerd. Zo staan er naast de kookplaat vier eierwekkers. Als ze alleen aardappelen, vlees en groente moet bereiden gaat dat nog maar met een extra pannetje voor bijvoorbeeld een saus, heeft ze de wekkers echt nodig. Gebruikt ze deze niet dan kan je er op wachten dat er iets aanbrandt. Ze is ook goed met het schrijven en plakken van notitiebriefjes en zonder agenda zou haar leven een opeenstapeling zijn van gemiste afspraken en vergeten verjaardagen.
De briefjes vullen een belangrijk deel van de spiegel in haar slaapkamer. Op het bed ligt haar koffer en één voor één trekt ze een briefje van de spiegel. ‘Rode topje’ leest ze en uit haar kledingkast haalt ze dat topje en doet het in de koffer. ‘Zwarte bikini’ staat er op de volgende. Met een warm en tevreden gevoel vult ze zo met briefje-kledingstuk-inpakken haar koffer.
Het is best een mooi gebaar van Betty, haar vriendin, om te vragen of zij voor tien dagen haar gezelschap wil houden op Tenerife. Zij zit daar minimaal een half jaar voor haar werk en dan kan je na een paar weken het thuisfront al aardig missen. Het is niet voor niets dat zij hagelslag, Engelse drop en stroopwafels mee moet nemen. Betty kijkt er naar uit dat ze weer gewoon in het Nederlands kan kletsen. Het Spaans gaat haar goed af maar de leukste grapjes maak je toch in je eigen taal.
Ze gaat vroeg naar bed. Vannacht om twee uur gaat de wekker. Ze drinkt het laatste restje jus d’orange en schakelt de koelkast uit. Die heeft de komende tien dagen ook vakantie. Als ze net in bed ligt schiet het door haar hoofd dat ze haar paspoort niet mag vergeten. Die heeft ze standaard verstopt achter het schilderij wat ze nog van haar oma heeft gekregen. Zichzelf kennende past ze één van haar handigheidjes toe: ze legt haar schoen op het nachtkastje. Dat doet ze vaker en als herinneringen oproepmiddel werkt het uitstekend.
Precies om twee uur gaat de wekker. De toch nog korte nacht is zij niet gewoon en half overeind komend zoekt zij, maaiend met haar arm, het klokje. Dan ploft ze terug en bedenkt wie het in zijn hoofd heeft gehaald vliegtuigen op zo een onchristelijk vroeg tijdstip te laten vertrekken. Ze bedenkt wat er nu gaat gebeuren en hoe leuk het zal zijn dat Betty haar straks op zal staan wachten. Met een schok komt ze overeind en constateert dat ze bijna een half uur heeft liggen dagdromen. Een licht gevoel van paniek maakt zich over haar meester. Gehaast kleed ze zich aan, pakt de koffer en haar handtas en spoed zich via het trappenhuis naar buiten. In de auto start zij de navigatie. Deze moet haar brengen naar het adres waar ze haar auto tien dagen kan parkeren. Er is bijna geen verkeer op de weg en als je de flits van de camera die de te hoge snelheid vastlegt niet meetelt, verloopt de rit voorspoedig.
De man van het parkeerbedrijf staat al op haar te wachten. Als zij zich wil verontschuldigen blijkt dat niet nodig. Er is tijd genoeg en wanneer hij haar in zijn bedrijfsauto naar de luchthaven vervoert, komt zij een beetje tot rust. Het kaartje met zijn telefoonnummer heeft ze in haar tas gestopt en ze geniet van de rit. Het is een mooie heldere nacht en ze ziet dat het in het oosten al langzaam licht wordt.
In de hal van de luchthaven blijkt dat er nog genoeg tijd is voor een kop koffie en een broodje. De smaak van de koffie is onevenredig met de prijs die zij daarvoor betaalt. Als ze het toch maar weggewerkt heeft, opent ze haar tas en vist daar de tickets uit. Dan voelt ze een koude rilling opkomen. Het begint bij haar voeten, kruipt langzaam omhoog en nestelt zich uiteindelijk tussen haar schouderbladen. Paspoort! Waar is haar paspoort? Ze probeert na te denken. Heeft ze het nu wel of niet achter dat schilderij vandaan gehaald? Heeft ze vanmorgen de schoen op het nachtkastje niet gezien of lag dat ding er helemaal niet? Ze zoekt wel drie keer haar handtas na en doet dat ook met de koffer. Het resultaat is hetzelfde: geen paspoort.
Het eerste wat ze doet is Betty bellen. Die valt bijna om van het lachen. Ze had het kunnen verwachten en kom op meid, je komt gewoon een weekje later. Dat gaat ze ter plekke organiseren. Ze boekt haar vlucht om maar dat gaat niet zonder kosten. Meer dan ze redelijk vindt. Ook de man van de parkeerplaats wil geld zien. Prima dat ze volgende week weer komt maar dat heen en weer rijden gaat niet zonder wederdienst in de vorm van geld.
Zodra ze thuis komt, kijkt ze achter het schilderij. Het paspoort lijkt haar wel aan te grijnzen en voor ze het vergeet plakt ze een briefje op de spiegel. ‘Paspoort’ staat daar dik onderstreept. Dan kijkt ze in de slaapkamer naar de schoen. Die ligt naast het nachtkastje en langzaam begint er een vermoeden te groeien dat het wel eens haar eigen schuld kan zijn. Ze trekt de deur van de koelkast open en staart in een donkere, lege ruimte. Met een diepe zucht gaat ze aan haar tafeltje zitten en begint aan een boodschappenlijstje. Wil ze volgende week halen dan zal er gegeten moeten worden. Troostvoer. Heel veel troostvoer.
© peter gortworst / mei 2020
foto: verhuis.de
De nachtmerrie van velen heb je geweldig beschreven, Peter!
LikeGeliked door 1 persoon