Mijn hond doet dat niet…..

Maartje is bijna veertien jaar en dat kan je aan haar zien: de snuit is grijs, het gehoor behoorlijk minder, de gang wat houterig en alle konijnen zijn haar tegenwoordig te snel af. Soms waant ze zich nog een jonge meid. Uitdagend loopt ze dan met een speeltje in haar bek en daagt je uit om het af te pakken, weg te gooien en dat het liefst een keer of tien. Andere keren staat ze zo oud te wezen dat spontaan dood neervallen beslist niet denkbeeldig is. Maar het is bovenal een lieve en sociale hond. Ze voelt feilloos stemmingen aan en handelt er ook naar. Elke hond die we te logeren krijgen wordt zondermeer geaccepteerd, voor de drie katten hier in huis heeft ze een heilig respect en elk kind dat haar wil aaien, mag dat.

Ik maak haar los van de riem. Hier kan dat zonder gevaar voor haar en anderen. Plotseling davert er een zwarte labrador op ons af. Een jonge hond zo te zien. Maartje heeft de staart hoog en wacht de onvermijdelijke ontmoeting af. Wederzijds gesnuffel, geen nekharen die omhoog staan en staarten die kwispelen. De labrador neemt een speelhouding aan en tot mijn verbazing wil Maartje wel. Het duurt maar even en dan rennen ze over het kleine grasveldje achter elkaar aan. De labrador legt, als ze even stil staan, zijn voorpoot in de nek van Maartje maar met een duidelijke waarschuwing laat mevrouw weten daar niet van gediend te zijn. Het is leuk om naar te kijken en ik weet nu al dat onze dame straks dodelijk vermoeid in haar mand ligt.

lab1

“Max! Max!” Links achter de bomen roept een mannenstem een hond. Het zal zonder twijfel deze labrador betreffen maar de hond reageert niet. Spelen is veel leuker dan een baas. Tussen de bomen door komt er een man aanlopen. “Is dat uw hond?” vraag ik. “Ja,” en ongevraagd deelde hij mee: “het is een zwarte labrador. Een reu.” “Leuke hond. Nog niet zo oud denk ik.” Hij draait ondertussen een sjekkie en antwoordt: “Nee, zes maanden.”

Het valt me op dat hij geen hondenriem bij zich heeft en ook de hond draagt geen halsband. “Hij zal wel lekker aan het puberen zijn?” vraag ik. De man kijkt me niet-begrijpend aan. “Ik bedoel dat de hond wat leeftijd betreft een puber is. Hij weet plotseling niet meer wat ‘af’ is. Van ‘op je plaats’ heeft hij nog nooit gehoord en ‘kom hier’ betekent vanaf nu overal zijn maar niet dáár. Net een mensenpuber.” “Nee, dat doet hij niet. Ik heb hem prima onder appèl.” Het klinkt een beetje verontwaardigd, een beetje als een vader of moeder die je aanspreekt op het wangedrag van hun kind: “Mijn kind doet zoiets niet….”

We praten nog wat over honden, koetjes en kalfjes en besluiten ieder ons weegs te gaan. Ik klap in mijn handen (dat hoort ze nog) en Maartje komt aanlopen met de tong uit de bek. Max volgt haar, ook de tong uit de bek en klaar voor nog een rondje grasveld. “Kom maar meisje. We gaan verder.” Maartje volgt me maar Max ook. “Max, kom hier!” roept de man achter mij, “Hier!” Ik stop en draai me om. “Gewoon weglopen en niet meer roepen. Max komt dan vanzelf wel,” roep ik als advies. Met z’n drieën kijken we naar de verdwijnende rug van de baas. Na een kleine vijftig meter kijkt hij om. “Het werkt niet!” roep ik, “je zult hem moeten halen!” Ik hoor hem vloeken. Vlakbij gekomen probeert hij het weer. “Max! Hier!” dondert het. De hond gaat achter me staan. “Ik zou ook niet komen,” zeg ik, “Bij een boze baas moet je niet in de buurt komen.” “Ja, wat moet ik dan!?” moppert hij. “Je moet het leuk voor hem maken om bij je te komen. Zet een vrolijk hoog stemmetje op, ga door de knieën en zorg dat je wat lekkers bij je hebt om hem te belonen. Hoewel, als je hem onder appèl hebt is dat eigenlijk niet nodig.” Hij kijkt mij vuil aan maar ik doe alsof mijn neus spontaan is gaan bloeden. Hij jaagt de hond voor zich uit en loopt weg. Ik ga de andere kant op.

Na een paar honderd meter is Max er weer. Zonder baas. Opgetogen blaffend springt hij om Maartje heen. Wat te doen? Zal ik doorlopen of zal ik wachten tot de ‘baas’ er weer is? Het lijkt mij het beste om maar te wachten. Waarschijnlijk is de man al boos genoeg. Dat klopt. Met een gezicht dat op hevig noodweer staat en mopperend over die rothond die niet wil luisteren, komt hij aanlopen. Met de opmerking: “Ik denk dat Max op oude vrouwen valt,” probeer ik enige humor in de situatie te brengen. Dat wordt of niet begrepen, of niet gewaardeerd, want hij kijkt me alleen maar stom aan.

lab2

“Weet je wat? Ik doe hem de halsband van mijn hond om. Dan neem je hem gewoon aan de riem mee en lever je de riem met halsband later bij mij thuis af.” Hij aarzelt. Het kost hem zichtbaar moeite om deze oplossing te accepteren maar zijn perfecte hond laat hem niet veel keus. Ik vertel hem waar ik woon en verwissel de halsband. “Je moet voorzichtig zijn met deze riem. Het is al een oude. Als je er een ruk aan geeft bestaat de kans dat hij breekt. Zorg er dus voor dat Max netjes naast je loopt.”

Op het commando: “Max naast!” gaat de hond warempel keurig naast de man zitten. “Max volgen!” en Max loopt netjes naast de man mee. Het is dus echt een onberekenbare puber. “Zie je wel! Hij kan het wel!” roept de man met gehavende, maar gepaste trots. Max kijkt even om. Nooit geweten dat honden kunnen knipogen.

Advertentie
Dit bericht werd geplaatst in eerder en getagged met , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Een reactie op Mijn hond doet dat niet…..

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s