
Hij parkeert zijn auto op een parkeerplaats langs de A7. Het is ontegenzeggelijk vakantietijd. Alles staat bijna vol met campers, woonwagens en volgeladen personenwagens. Hij zet de rugleuning naar achteren en gunt zich een kwartiertje rust.
Ongewild veroorzaakt zijn volgende klant onrust in zijn kop. Het kan een belangrijke klant worden. De potentie dat ze veel af kunnen gaan nemen is daar. Hij komt overeind en zoekt in zijn papieren naar de omzetcijfers van de laatste maand. Helaas. Zelfs na drie maal alles doorzoeken kan hij het papier niet vinden. Hij pakt zijn telefoon en belt de zaak. Ze moeten het maar even mailen.
‘Goedemiddag. De Vulpen, met Bianca. Wat kan ik voor u doen?’
Bianca? Wie in hemelsnaam is Bianca? Hij noemt zijn naam en vraagt:
‘Ben je nieuw in ons bedrijf?’
‘Ja, ik ben nieuw. En wie bent u?’
Haar stem klinkt wat meisjesachtig. In gedachten ziet hij een welgevormde jonge, blonde, frisse meid zitten met de telefoon aan haar poezelige oor.
‘Ik ben de vertegenwoordiger van het bedrijf. Voor wat ben jij aangenomen?’
‘Ik ben de assistente van meneer de Vulpen.’
Toe maar, denkt hij, de oude snoepert heeft zich een groen blaadje uitgezocht.
‘Nou, we zullen elkaar nog wel leren kennen. Kan je mij even doorverbinden met Dick.’
‘Die is er niet. Die is een rondje aan het lopen.’
‘O. Oké. Misschien kan jij mijn dan helpen. Ik moet de omzetcijfers hebben van boekhandel de Ezelsoor. Die liggen in de kast bij het bureau van Dick. Kan jij even kijken?’
‘Ja hoor. Hoe ziet de kast er uit?’
‘Het is de meest rechtse kast. Het ding is grijs, geloof ik. En je moet de rode map hebben.’
‘Momentje.’
Hij hoort dat ze telefoon op het bureau legt. Dan is het stil. Hij wacht.
‘De meest rechtse kast zit op slot. Er zit zo’n ding op met druktoetsen.’
Dat is waar ook. De achterdocht van de oude baas is op de gekste momenten merkbaar.
‘Ah. Dat kan kloppen. Je moet de code intypen en dan gaat hij open. Die code is 2854 hekje. Heb je dat?’
‘Ja.’
De telefoon wordt weer neergelegd. Hij wacht.
‘Waar vind ik de letters? Ik druk 2854 maar waar moet ik dan hekje intypen?’
In gedachten verandert Bianca in een vrouw van middelbare leeftijd met te veel onnatuurlijk blond haar.
‘Dat hekje is een toets met twee horizontale en twee verticale streepjes die door elkaar lopen.’
‘Moment.’
Hij wacht.
‘De kast is open. Welke grijze moest u hebben?’
‘Ik moet geen grijze map. Ik moet de rode map. Daar is er maar één van.’
‘Moment.’
Hij wacht. Bianca heeft een bril met jampotbodemglazen en draagt steunzolen.
‘Ik heb hem. En nu?’
‘Nu zoek je de papieren van de Ezelsoor. Als het goed is liggen ze op alfabet.’
‘Moment.’
Hoezo moment? Heeft ze die map daar nog liggen? Bianca heeft rimpels en een onderkin.
‘Er zitten geen papieren van de Ezelsoor in de map. Ik heb de hele D doorzocht maar ze niet gevonden.’
Hij zucht diep.
‘Lieve Bianca, luister. Haal de …..
‘Pardon?’
‘Wat pardon?’
‘Ik ken u niet. U kent mij niet dus dat “lieve” kunt u beter weglaten. Ik ben daar niet van gediend.’
Hij is even stil. Bianca is een lelijke, kromme vrouw met harige wratten op haar wang.
‘Sorry. Ik bedoelde het niet verkeerd. Zou je de map even op willen halen en bij je op het bureau leggen. Dan proberen we samen even te zoeken.’
‘Moment.’
Hij wacht. Een daverende klap maakt duidelijk dat de map op het bureau is aangekomen.
‘En nu?’ vraagt de heks.
‘Nu kijk je bij de E. Ik denk dat achterin bij de E, je de papieren vindt van de Ezelsoor.’
‘Raar,’ zegt de heks, de Ezelsoor bij de E. Wie zoekt daar nu?’
Hij hoort haar bladeren en dan, goddank, heeft ze de papieren.
‘Ik heb ze,’ en het verwondert hem dat een heks opgelucht kan klinken.
‘Fijn. Er is één papier waarboven staat ‘omzet juni’. Klopt dat?’
‘Ja. Die heb ik.’
‘Mooi. Kan jij die even naar mij mailen?’
Het is stil aan de andere kant. Te stil.
‘Ik weet niet hoe dat moet,’ bekent Bianca dan.
Het verbaast hem niets. Van iemand die op een bezemsteel naar het werk komt, mag je dit niet verwachten.
‘Kan je er een foto van maken en die naar mij toesturen?’
‘Dan moet ik u eerst in mijn WhatsApp zetten en dan een foto maken en dan naar u sturen?’
‘Ja, dat kan.’
Ze verbreekt de verbinding. Hij leunt weer achteruit en wacht. Na een kwartier piept zijn telefoon. Het is haar blijkbaar gelukt. Als hij kijkt is daar een foto van een bureau met op het blad de rode map en daarvoor een vel papier. Een prachtig sfeerbeeld maar niet meer dan dat. Hij belt weer op.
‘Bianca, is het ook mogelijk dat je een foto maakt van het papier alleen? Zo kan ik niet lezen wat er staat.’
‘O. Goh. Ik heb net alles opgeruimd. Wat was die code ook alweer? … O, wacht. Dick komt net binnen. Ik geef de telefoon wel even aan hem.’
Dick snapt met twee tellen waar het om draait en gaat het regelen.
‘Wat is die Bianca voor een type?’ vraagt hij.
Dick zucht diep.
‘Daar bel ik je nog wel over. Nu gaat dat even niet.’
Bianca heeft vleermuisoren die draaien kunnen. Als ze op haar bezem vliegt kan ze die naar achteren in haar nek leggen.
‘Is goed. Spreek je later.’
© peter gortworst / sept. 2020
foto: handgemaakt.eu
Kostelijk. Grote smile op mijn gezicht.
LikeGeliked door 1 persoon
Heerlijk. Ik heb ooit eens iemand hard in de (toen nog) hoorn van de telefoon horen roepen “hekje”. Ze kreeg het commando een nummer in te toetsen en af te sluiten met een hekje. Beetje vergelijkbaar :-).
LikeGeliked door 1 persoon
Kostelijk verhaal!
LikeGeliked door 1 persoon