Edith en Eduard

Er zijn mensen waar je, zoals dat netjes heet, moeite mee hebt. Ze liggen je niet, je kan er niks mee, het is niet jouw type of je krijgt destructieve neigingen als je alleen al hun naam hoort. Meestal betreft het een eenling en daar valt mee te leven. Natuurlijk probeer je elk contact te vermijden en als dat niet lukt wordt er een afstand geschapen door een ijzige beleefdheid. De ander heeft meestal geen weet van jouw gevoelens. Het kan natuurlijk zijn dat jij de enige bent die dergelijke gevoelens hebt maar wat als je niet die enige bent? Als bijvoorbeeld een hele werkplaats met twintig man de genoemde moeilijkheden ervaart en het onderwerp daar niets van merkt?

Eduard heeft de sollicitatiecommissie overtuigt van zijn kunnen. Het schrijnende personeelsgebrek is natuurlijk een gegeven wat er toe doet en als er dan iemand komt die schijnbaar in het plaatje past, is de beslissing snel genomen. Had de commissie beter nagedacht dan bleef er van Eduards verhaal weinig over. Hij had jarenlange ervaring in dit en net zo lang ervaring in dat. Als je al die jaren bij elkaar telt, zou Eduard een leeftijd hebben bereikt die men respectabel noemt.

Het duurt niet lang voor Eduard zo veel als mogelijk gemeden wordt. Zijn hinderlijke bemoeienis met alles en iedereen, zijn eigenwijsheid, zijn belangrijkdoenerij en zijn onstuitbare stroom van verhalen over volstrekt onbelangrijke belevenissen komt iedereen de neus uit. De chef van de werkplaats heeft gelukkig oog voor het wel en wee van zijn mensen en probeert Eduard, als het even kan, alleen te laten werken. En als er dan een pakje met spoed naar een klant dient te worden gebracht, valt natuurlijk Eduard die eer te beurt.
‘Hier, Molenstraat in Grijpskerke. Neem de transporter maar. Die is vol getankt.’
‘Is er haast bij?’ vraagt Eduard.
‘Ja, maar ik betaal geen bekeuringen!’
Eduard legt het pakketje op de bijrijdersstoel en stelt de navigatie in. Molenstraat Grijpsk… en ziet, de autoaanvulling doet de rest. Het is 121 kilometer.

Er klopt iets niet. Het huisnummer in de Molenstraat bestaat niet. Vol  van twijfel belt Eduard aan bij een woning en vraagt waar hij moet zijn. De man aan de deur kijkt op het pakketje wat Eduard in zijn handen houdt. Dan roept hij naar achteren:
‘We hebben er weer eentje!’
Er verschijnt een vrouw en samen lezen ze het adres.
‘Ja hoor,’ zegt zij, ‘het is weer raak.’
Eduard staat er bij en kijkt er naar.
‘Hier,’ zegt de man, ‘Je moet in Grijpskerke zijn. Nu ben je in Grijpskerk. Da’s niet goed. Maar maak je niet druk. Je bent niet de eerste die deze fout maakt. Je moet alleen nu nog zo’n dikke 350 kilometer rijden. Sterkte er mee!’
Met een dikke grijns sluit hij de deur. Eduard heeft er een bijzonder verhaal bij in zijn repertoire maar dit vertellen bij zijn huidige werkgever lijkt hem niet verstandig. Er is hem al gezegd dat zijn proeftijd niet wordt verlengd dus het steevast aangedikte verhaal bewaart hij wel voor de volgende werkgever.

 

Edith is gewoon een lieve meid. Bij het uitdelen van de hoeveelheid lijf stond ze in de eerste rij maar bij het uitdelen van verstand niet. Dat verhindert haar niet om ongecompliceerd in het leven te staan. In het weekend gaat ze uit met vriendinnen en ’s avonds droomt ze weg op de liedjes van Jannes. Titels als ‘Jou herken ik met mijn ogen dicht’ en ‘De hele nacht aan jou gedacht’ wekken een verlangen op naar iets wat ze nog niet kent. Er moet een prins voor haar zijn maar moet ze zelf op zoek of wordt ze gevonden? Zo lang ze het antwoord niet weet, droomt ze haar dromen en zingt ze de teksten als ze aan het werk is.

Ze verdient haar loon als interieurverzorgster bij een vijftal adressen. Ze wil geen werkster genoemd worden. Zij vindt dat ze meer is dan dat en een aantal van haar klanten hebben dat ondervonden. Zo kwam ze eenmaal per week bij die oude man. Hij had gevraagd of ze de omvangrijke boekenkast in de studeerkamer eens goed onderhanden wilde nemen. Elk boek wat hij er uit trok, veroorzaakte een stofwolkje en dat kan natuurlijk niet. Toen ze na een paar uur arbeid hem voor de tv weghaalde om haar werk te aanschouwen, overleefde de oude man ternauwernood een hartstilstand. Ze had alle boeken kleur op kleur bij elkaar gezet. Dat ze op schrijver gesorteerd stonden was niet bij haar opgekomen. Jammer dat ze niet meer terug hoefde te komen. Het was zo’n aardige man.
Bij de dame met de papegaai was ze ook niet meer welkom. Het beest beweerde altijd dat zij een mooie meid was. Zij ergerde zich daaraan omdat zij wist dat haar figuur niet aan de standaardnorm voldeed.  Ze kon niet veel anders dan de vogel te verbieden haar te complimenteren. Het resultaat mocht er zijn. De dame kwam ’s avonds de kamer in en de kaketoe melde verheugd: ‘Mooie meid! KOP DICHT!’

Bestaat er in de liefde toeval? Is het iets van ‘de tijd is rijp?’ Wie zal het zeggen? Feit is dat Eduard en Edith het zonder van elkaar te weten, zich inschrijven bij een datingsite. Hij is een vlotte, slanke en aantrekkelijke jongeman die als allround technicus zijn brood verdient en zij de charmante, gezellige en volslanke vrouw. Ze bekijken elkaars foto, lezen de teksten en wagen het erop. Uiteindelijk vindt zij haar prins en hij zijn klankbord. Wat dat moet worden weet niemand. Liefde doet nu eenmaal rare dingen met mensen.

 

©peter gortworst / sept 2019

 

Dit bericht werd geplaatst in korte verhalen en getagged met , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

3 reacties op Edith en Eduard

  1. Weet je, dat klopt. Ik ken ook mensen die elkaars verhaal in stand houden. Terwijl ik denk “wat spannend bedacht, jammer dat er niks van klopt.” Ach, als je maar gelukkig bent.

    Geliked door 1 persoon

  2. Rob Alberts zegt:

    Ik kijk uit naar de belevenissen van slimme Edje, het zoontje van deze twee kanjers.

    Vredelievende groet,

    Geliked door 2 people

Plaats een reactie