Foto’s uit het verleden brengen herinneringen terug en als je op leeftijd begint te geraken, worden dat er alleen maar meer. De foto waar hij nu naar kijkt is van zijn oude school. Via Facebook werd deze hem toegestuurd. De vraag ‘weet je nog?’ die Anneke, zijn klasgenootje van toen, erbij schrijft, kan hij positief beantwoorden.
Die gladde en grijze stenen trap naar die immens hoge deuren, het schoolpleintje, het draadgazen hek, de hoge ramen, hij weet het allemaal nog. Starend naar de foto probeert hij zich de kinderen voor de geest te halen die er toen in de klas zaten. Anneke is natuurlijk geen probleem. Enige weken terug ontdekte hij wie zij was toen zij zich met haar meisjesnaam, via Messenger, bij hem melde. Hij woont al bijna dertig jaar niet meer in die stad en eerlijk gezegd spijt hem dat niets.
Het contact is leuk en samen constateren zij dat het leven vaak anders verloopt dan vooraf gedacht. Dat gaat voor hen beiden op maar hoe zal het de anderen zijn vergaan? De slimme Martin, zijn schoolvriendje Adrie, die tuttige Sara, Gijs, Berend en Hugo?
Als hij Anneke vraagt of ze toevallig nog een klassenfoto heeft, stuurt zij deze prompt op. Een foto gemaakt op die gladde stenen trap. Hoofdmeester Baard zit rechts op de achterste rij. Hij zit vooraan in het midden en één voor één gaat hij de gezichtjes na. De gezichtjes kent hij maar de namen die daar bij horen, is een ander verhaal. Irene is niet moeilijk. Zij was het enige donkere meisjes in de klas en misschien wel van de hele school. Adrie herkent hij ook. Anneke is natuurlijk geen probleem en Gijs en Bennie, de magere slimme slungel, ook niet. De hooghartige Lisa is, naast Adriaan die altijd boos of narrig was, de enige die niet met een lach op de foto staat.
Met wat gemengde gevoelens kijkt hij naar Irene. Die mooie donkere Irene die met hem stoeide tijdens een sportdag en toen zij bovenop zijn buik zat, zijn polsen naast zijn hoofd in het gras drukte en hij zich overgaf, hem langdurig aankeek met een, naar hij nu nog steeds zeker weet, liefdevolle blik. Een blik die hij nooit is vergeten. Het maakte hem toen verlegen en later kwam daar spijt bij. Naast die verlegenheid was daar ook de verwardheid. Zijn grote liefde was immers niet Irene maar Lisa. Duizend maal liever had hij met Lisa gestoeid maar zij zou zich nooit verlagen tot iets als een ordinaire stoeipartij. Zij was te gracieus, te mooi en omdat zij dat van zichzelf heel goed wist, onbereikbaar voor een doodgewoon schooljongetje. Halsstarrig bleef hij van haar dromen en wachtte met eindeloos geduld op het moment dat hij haar zijn liefde kon betonen. Het is er nooit van gekomen en met de constatering dat hij toen al een patent had op het maken van verkeerde keuzes, troost hij zich nu.
Hij schrijft zijn bevindingen aan Anneke en vraagt of zij alle namen nog weet. Per omgaande antwoordt zij en meldt tevens wat zij nu van enkele kinderen weet. Hij schrijft zijn herinneringen en bijzonderheden terug. Adriaan die, ondanks alle pogingen van verschillende meesters, zijn dialect niet afleerde. Adrie die toen al prachtig piano kon spelen. Berend de altijd rustige en stille. Bij Lisa vertelt hij dat zij het meisje is waar hij smoorverliefd op was. Anneke antwoordt alleen met een lachende smiley en opgestoken duim.
De afspraak om elkaar in levende lijve te ontmoeten is snel gemaakt. Als hij zijn auto bij de flat parkeert, staat Anneke op het balkon al naar hem te zwaaien. De rit duurde twee uur en wanneer hij terug wil zwaaien, vertellen de spieren in zijn rug dat zo een lange rit niet te vaak plaats moet vinden. De begroeting is hartelijk en het duurt niet lang voor alle verhalen van toen breeduit opgehaald worden. Dan gaat de bel en als Anneke opstaat om open te doen, glimlacht ze naar hem.
‘Ik heb voor een verrassing gezorgd’, zegt ze.
Hij hoort haar in het halletje praten met een andere vrouw en de namen van Irene en Lisa flitsen door zijn hoofd. Dan gaat de deur open en het is niet Irene. Met moeite herkent hij Lisa. Een magere vrouw die ouder toont dan haar leeftijd is. Haar origineel ravenzwarte haar is koperkleurig geverfd, haar gezicht zwaar, te zwaar opgemaakt. Ze geeft hem een slap handje en gaat zitten.
De sfeer is wat ongemakkelijk geworden. Hij heeft haar gevraagd hoe het haar vergaan is en in een ononderbroken stroom van woorden is ze daar nu mee bezig. Nee, ze heeft, na die lagere school, alleen maar de huishoudschool gedaan want waarom zal je veel leren als je later een rijke man trouwt. Dat is haar gelukt maar alle rijkdom met mooie huizen, luxe en verre reizen heeft niet het geluk gebracht wat verwacht mocht worden. Hij is verbaasd over haar openhartigheid als ze vertelt dat ze altijd de wat domme maar bloedmooie vrouw van de geslaagde zakenman was. Ze beseft dat ze geluk heeft gehad dat hij nooit getaald heeft naar een jongere uitvoering van haar. Helaas is hij vlak voor zijn pensioen gestorven en nu woont ze alleen in een veel te groot huis. De vrienden die ze hadden waren zijn vrienden en één voor één verdwenen ze uit beeld. Hun twee zonen bezoeken hun moeder zelden en haar kleinkinderen kent ze nauwelijks.
De sfeer in de kamer dreigt nu een treurige lading te krijgen en Anneke onderkent dat. Met een geforceerde glimlach kijkt ze hem aan en vraagt:
‘Heb jij Lisa niet wat te bekennen?’
Hij verschiet zichtbaar en weet zich even geen raad. Lisa iets bekennen is het laatste wat hij wil en probeert daarom het gesprek een andere wending te geven.
‘Heb jij de klassenfoto ook gezien?’
‘Ja, die gaat momenteel nogal rond, heb ik begrepen.’
‘Herken jij alle kinderen nog? Zie je ze nog wel eens?’
‘Ach, weet je, het is al zo lang geleden. Het interesseert mij niet meer. Ik vond de schooltijd sowieso een vreselijke tijd en denk er liever niet aan terug. De enigen die ik af en toe zie zijn Anneke, Irene en Sara.’
Irene!? Het bloed schiet hem naar de kop en hij bloost voor het eerst sinds lange tijd. Iets luider dan hij wil, vraagt hij:
‘Hoe is het met Irene?’
Ze is even stil en kijkt hem dan strak aan.
‘Ik heb haar vorige week gesproken en die klassenfoto kwam ter sprake. De enige jongen die zij zich herinnerde was jij.’
Zwijgend kijkt ze hem aan. Het is duidelijk dat zij een verklaring van hem wil maar hij is niet van plan deze te geven. Hij zwijgt en bestudeert de veters in zijn schoenen.
‘Nou ja, het gaat mij ook niet aan maar misschien is het goed om te weten dat ze gelukkig is met haar vriendin. Wacht even, ik heb haar nummer wel.’
Ze grabbelt in haar tas, neemt haar telefoon en zoekt het nummer. Dan schrijft ze het op en geeft het hem. Hij staart naar het papiertje en beseft dat dit een tastbare herinnering is met het verleden.
Er is afscheid genomen. Er zijn voornemens uitgesproken over ‘vaker doen’ en nu is hij op weg naar huis. Zijn gedachten gaan met hem aan de loop en als hij bijna tegen de achterkant van een vrachtwagen rijdt, besluit hij op de eerste parkeerplaats te stoppen. Hij vist het briefje met het telefoonnummer uit zijn beurs en lange tijd kijkt hij er naar. Dan scheurt hij het langzaam in steeds kleinere snippers, draait het raampje open en de wind neemt zijn verleden als sneeuwvlokken mee. Hij kiept de rugleuning naar achteren en sluit de ogen voor een korte slaap.
Oude mannen doen dat soms.
©peter gortworst / sept 2019
Wat een heerlijk verhaal. Het kan inderdaad heel anders lopen dan je verwacht.
LikeGeliked door 1 persoon
Mooi. Gelijk had ie.
LikeGeliked door 1 persoon
Wat een heerlijk verhaal om te lezen.
LikeGeliked door 1 persoon
In een ruk uitgelezen. Leuk en goed.
Ik was even helemaal weg, van Facebook ook, en vind je nu hier. Schrijven doe ik zelf nog wel maar heel onregelmatig.
Lees je opnieuw graag.
LikeGeliked door 1 persoon
Leuk dat je er weer bent. Ik heb je gemist. Onregelmatig schrijven doe ik ook. Regelmaat wordt vaak ‘moeten’ en daar heb ik een hekel aan. Benieuwd naar je schrijfsels.
LikeLike