Het clubje kent elkaar nu een paar weken. Een bont gezelschap van 10 mensen die één ding gemeen hebben: gebrek aan assertiviteit. Dat gebrek ervaart ieder op zijn of haar eigen manier.
Henk is graag op tijd thuis om te genieten van zijn vrouw en hun kleine tweeling. Helaas, te vaak naar zijn zin vraagt de baas of er overgewerkt kan worden. Henk vraagt zich af of dat wel nodig of terecht is maar ‘nee’ zeggen durft hij niet.
Josje weet dat ze een allemansvriendje is die overal ‘ja’ op zegt. Toch zou ze graag zelf wel eens de beslissing willen nemen om een avond niet met haar vriendinnen uit te gaan maar die confrontatie durft ze niet aan.
Els die op het kinderdagverblijf altijd de vervelende klusjes op moet knappen en dit, ter wille van de lieve vrede, dan ook maar doet.
Klaas die al drie maal gepasseerd is bij een promotie en, ondanks het gemopper van zijn vrouw, dit maar laat gebeuren.
De kleine Irene die als actief lid van haar kerk voor zo veel vrijwilligerswerk gevraagd wordt dat het ten koste gaat van haar familiebanden.
Vanavond wordt het spannend. Ze gaan echt leren om ‘nee’ te zeggen en een enkeling is zelfs nu al zenuwachtig. De cursusleider legt het even uit. Je stelt aan degene die naast je zit een vraag. En het enige antwoord dat je mag geven is ‘nee’. Hoe simpel kan het zijn en hoe inventief zijn mensen. Henk vraagt Klaas of hij de koffiekan even door kan geven en ja, Klaas doet dat gewoon even. De goodlooking Richard vraagt Els of hij haar een zoen op haar wang mag geven en met enige spijt moet ze ‘nee’ zeggen.
De sessie verloopt vlot totdat het de beurt van Irene is. “Zeg Irene,” vraagt Josje, “Ik hoef niets te verzinnen omdat het echt waar is wat ik je wil vragen. Volgende week heb ik geen auto en nu kom jij toch langs mijn huis. Zou je mij even op willen pikken?” Irene gaat helemaal in de fout. Natuurlijk wil ze dat doen. Kleine moeite toch? “Weet je nog wat je moet zeggen Irene?” vraagt de cursusleider. Irene kijkt betrapt. “Maar dat kan ik toch best even doen?” “Wat hadden we afgesproken om te antwoorden?” vraagt de leider. Irene hakkelt, zucht en kleurt. Op verzoek stelt Josje nogmaals de vraag en de kleine Irene gaat van pure wanhoop staan. “Nee,” zegt ze dan en geen mens gelooft haar.
Arme Irene, Josje, Richard, Klaas, Henk en Els. Goede mensen die leven in een respectloze wereld. Een wereld waarin ze, soms door onwetendheid maar vaker door het eigenbelang van de ander, misbruikt worden. Is het niet raar dat deze, veelal zachtaardige mensen die niet met de vuist op tafel slaan, zich niet laten gelden, geen natuurlijk overwicht hebben zich moeten transformeren tot iets wat ze niet zijn? Is het in deze wereld, waar schijnbaar het recht van de sterkste regeert, niet de taak van de sterksten om te zorgen dat het hen, die zich er niet op voorstaan tot de sterksten te behoren, goed gaat? Dat er rekening met hen gehouden wordt, dat ze gehoord en gezien worden? ‘Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden’ kraaien de haantjes en dat is helemaal waar als je daarin ook betrekt dat jij verantwoordelijk bent en rekening houdt met de mensen om je heen door hun grenzen en wensen te respecteren.
Irene fluistert net iets te hard tegen Josje: “Kwart over zeven hè?”
©peter gortworst / nov 2015
illustratie: http://www.anker-kompas.nl
…als je het de moeite waard vindt om dit verhaaltje te delen, ga er dan maar van uit dat ik daar geen moeite mee heb…
Je bent natuurlijk pas echt geslaagd als je “nee” tegen de leider durft te zeggen.
LikeGeliked door 1 persoon
Wat een mooi en herkenbaar verhaal, Peter. Maar ook de les die erin verweven is: de sterksten die zouden kunnen zorgen dat de zwaksten…..
LikeGeliked door 1 persoon