Modderman

Ze twijfelt. Haar jongens zullen het vast geweldig vinden om een dagje met opa te gaan roeien maar hoe zal opa zich houden? Ze kent hem. Zijn plannen vinden meer grond in zijn jeugdig enthousiasme, overmoed en wat hij graag wilt dan in wat hij nog kan. Hij doet er alles aan om maar niet op een 60-plusser te lijken en dit is één van die pogingen. En moet zij nu die ene zijn die hem dat verbiedt?
“Nou, vooruit. De jongens kunnen zwemmen en ik neem aan dat je oud en wijs genoeg bent.”

hippert zaandam

Opa wil geen motor.
“Roeien is goed voor je.”
De riemen worden in de boot gelegd en met een: “Alstublieft en succes ermee,” is de man van Hippert de botenverhuurder er klaar mee.

Opa kijkt naar zijn twee kleinzonen. Koos, bijna dertien en daarmee de oudste, kijkt zorgelijk naar de boot.
“Kan jij dat wel, opa?”
“Opa kan alles,” stelt deze hem gerust.
Koos kijkt naar broertje Kees. Die heeft de koelbox neergezet en is, in afwachting van wat komen gaat, op het deksel gaan zitten. De zorgen van Koos deelt hij niet: er staat iets spannends te gebeuren en dat bevalt hem.
“Kom,” zegt opa, “klim er maar in. Koos, jij achterin. Kees, jij voorin.”
Onwennig stappen ze in en als opa met de koelbox en een rugzak ook instapt, houden ze zich goed aan de zijkanten van de wiebelende boot vast. Hij zet af tegen de steiger. Zodra de boot ruimte heeft legt hij de roeispanen over de dollen en met een paar slagen roeit hij naar het midden van de vaart. Hij geniet.
“Het is net als fietsen. Je verleert het nooit!” zegt hij tegen de jongens die met groeiend ontzag voor opa, hun eerste nautische ervaring beleven.

Ze moeten onder een lage brug door en komen op de brede Wetering.
“Zo,” zegt opa, “nu gaan jullie samen roeien.”
Geduldig legt hij uit hoe dat gaat, hoe je rechtdoor kunt blijven varen en wat te doen als je uit koers raakt. Natuurlijk wil het eerst niet lukken. Met plonzende riemen, een koers van 360 graden rond en twee rode koppen krijgen ze het in de gaten. De jassen gaan uit en worden voorin gelegd. Geholpen door een straf windje en de aanwijzingen van de kapitein, glijdt de boot over het water. Als ze een stuk gevaren hebben wordt Kees moe en opa neemt het weer over.

oostzijderveld18nov122

Het Oostzijderveld is een gebied met langgerekte smalle weilanden omgeven door sloten. Het water staat hoog en het is een eldorado voor weidevogels. Opa vaart langzaam door de sloten en vertelt over de vogels die ze zien. De jongens wisten niet dat er zo veel soorten vogels waren. Ze zijn oprecht verbaasd over zijn kennis en het enthousiasme van de man werkt aanstekelijk. Als ze langs een rietkraag varen stopt opa plotseling de boot. Op het randje van het weiland, verstopt tussen het riet, ligt een nest met vijf eendeneieren.
“Waar is de moeder?” vraagt Kees.
“Die heeft ons vast horen komen en heeft zich verstopt. Als wij weg gaan komt ze terug. Als ze er tien of twaalf heeft gelegd gaat ze broeden. Van deze eieren nemen we er drie mee. Dat kan best. Thuis gaan we ze koken en met een bruine boterham smaakt dat heerlijk.”
Drie eieren worden voorzichtig tussen de jassen gelegd.

zwaan

“Kijk opa!” roept Kees vanaf de voorplecht, “een zwaan!”
Opa draait zich om en ziet een knobbelzwaan met de vleugels hoog opgetrokken in volle vaart op zich afzwemmen. “Donders! Die heeft daar vast een nest. We moeten hier weg!” De jongens kijken verschrikt naar opa. Een zwaan die aanvalt? Ze weten niet wat te denken maar de angst slaat toe. Opa probeert achteruit te roeien maar dat lukt niet goed. De zwaan komt snel dichterbij en het mateloze vertrouwen van de jongens in hun kapitein brokkelt met elke mislukte slag af. Opa gaat staan en gebruikt een riem als duwstok. Zigzaggend door de smalle sloot varen ze achteruit en tot opluchting van de complete bemanning staakt de zwaan de achtervolging.

Ze komen weer op de Wetering en met een ferme duw geeft opa het laatste zetje. De riem zuigt zich vast in de modder en het hout glijdt uit zijn handen. Als een baken blijft de riem schuin omhoog staan terwijl de boot zachtjes uitdrijft.
“Dat heb ik weer,” verzucht opa.
“De riem!” roept Koos verschrikt, “Opa, daar staat de riem!”
“Ja, dat weet ik ook wel. Gaan jullie maar met je handen roeien. Ik gebruik de andere spaan wel.”
Twee jongenshandjes geven weinig stuwkracht. Een grote man die tegen de wind in met één roeispaan vooruit wil komen, kan dat niet winnen.
“We gaan wel naar de kant, ga maar samen achterin zitten.”
Met de boeg omhoog vaart de boot langzaam, dwars op de wind, naar de kant. Door een beetje in de blubber te duwen lukt het om de boot met de neus bijna op het droge te krijgen. Opa stapt uit en trekt de boot een stukje verder het weiland op. De riem staat drie weilanden terug in het water.
“Kijk daar, tussen dit weiland en het volgende zit een dam met een hek. Daar klim ik wel overheen en de laatste sloot is niet zo breed. Daar kan ik er wel overheen springen.” “Daar staan koeien,” merkt Koos op.
“Dat zijn jonge koeien. Die doen niks. Blijven jullie hier maar wachten.”

eendennest

De jongens zitten op de rand van de boot en kijken opa na.
“Ik heb dorst,” zegt Kees en samen nemen ze een blikje drinken uit de koeltas.
Met het blikje in de hand gaan ze weer zitten en zien opa over het volgende weiland rennen. Zes pinken zitten hem achterna. Rechtdoor is de Wetering. Linksaf de sloot. Opa slaat linksaf en met een forse sprong waagt hij de oversteek. In een fontein van opspattend water verdwijnt hij uit het zicht.
“Mooi bommetje,” zegt Kees zachtjes.
Het duurt maar even en dan zien de jongens een natte en bemodderde opa op handen en knieën de kant opkruipen. Hij banjert met grote stappen richting roeispaan, plonst het water in en trekt de riem los. Op de terugweg zwaait hij met de riem naar de pinken. Die doen of ze hem niet zien. Ze zijn tevreden met het behaalde resultaat en zoiets is maar één keer leuk. De jongens weten niet hoe ze moeten kijken als opa bij de boot komt. Hij is boos maar als hij die onzekere smoeltjes ziet barst hij in lachen uit.
“Als jullie zo blijven kijken gooi ik jullie ook het water in!”
Dat helpt.
“Opa, je stinkt,” lacht Kees.
“Ja, je bent een moddermannetje. Er zit ook modder in je haar,” helpt Koos.
“We gaan terug. Ga maar achterin zitten. Ik duw wel af.”
Met een forse duw schuift de boot van de kant en met een snoekduik landt opa op de vloer. Drie eendeneieren bezwijken onder dit geweld en een rotte geur maakt duidelijk dat het nest al geruime tijd verlaten was. De jasjes worden buitenboord gespoeld maar die geur blijft.

oostzijderveld18nov121

“Mamma zal wel blij zijn als ze ons weer ziet,” probeert opa.
“Ja, tot ze ons ruikt,” merkt Koos gevat op.
Opa lacht maar de gang langs de botenverhuurder en de fietstocht naar huis baren hem zorgen.
“Misschien gaan mamma en pappa de volgende keer wel mee,” oppert Kees, “Die vinden het vast ook leuk.” Modderman roeit naar huis. De laatste opmerking vergoed veel.

 

© peter gortworst
foto’s: http://www.beeldbank-nh.nl / http://www.esteie.nl / http://www.thuisinbrabant.nl / http://www.whotalking.com

Dit bericht werd geplaatst in eerder en getagged met , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

3 reacties op Modderman

  1. Wat een leuk verhaal zeg Peter heb het met veel plezier gelezen 👍😉

    Geliked door 1 persoon

  2. Anoniem zegt:

    Leuk ik zag het voor mij gebeuren ha ha!!

    Geliked door 1 persoon

  3. jjmharmsen zegt:

    Genoten van dit mooie avontuur van modderman en kleinzonen! Heel beeldend geschreven 😉

    Geliked door 2 people

Plaats een reactie