Wachten. Gedwongen wachten. Dat valt niet mee maar het doel heiligt de middelen. Het zit zo: Ik heb een mailtje gestuurd naar een uitgeverij met de vraag of mijn boek in hun ‘stal’ zou kunnen passen. Als bijlage de mogelijke (niets is immers zeker?) flaptekst daar bij gedaan. Prompt krijg ik een berichtje dat ze mijn manuscript wel willen lezen. Natuurlijk hebben ze een paar dagen de tijd nodig om het te lezen maar ik zal nog van ze horen.
Het duurt precies een week. Hun mailtje maakt mij blij en lichtelijk wanhopig. Blij omdat men vindt dat het goed geschreven is, goed opgemaakt en de leestekens zijn prima geplaatst. Het wanhopige deel is de mededeling dat er nogal wat deetjes en teetjes fout zijn en dat er woorden die wel aan elkaar geschreven moeten worden, los staan. Hun vraag is of ik het manuscript nogmaals op fouten wil controleren en het dan opnieuw naar hen toe zou willen sturen.
Geen afwijzing dus en dat geeft deze burger moed maar wat te doen met die foutjes. Twee van mijn geliefde proeflezers hebben zich over de tekst gebogen om daar de taalfouten uit te halen. Blijkbaar is er toch wat over het hoofd gezien. Dat neem ik hun beslist niet kwalijk. Ik weet inmiddels dat je, als je er maar lang genoeg naar kijkt, fouten gaat zien die geen fouten zijn en overduidelijke missers gewoon over het hoofd ziet.
Op een paar pagina’s heeft de uitgever een scan naar fouten laten zoeken en één van de dingen die ze eruit halen is ‘jij kunt’ en ‘jij kan’. Daar ik nooit te oud ben om te leren dit maar eens nagekeken. Het blijkt dat beide vormen goed zijn. Voor alle zekerheid het complete boek doorzocht naar het woordje ‘kan’ en overal waar het schrijftaal betrof dit veranderd in ‘kunt’. In de dialogen het woordje ‘kan’ laten staan. In de spreektaal wordt dit woord zelden gebruikt.
Maar wat te doen met de overige fouten? Ik haal ze er in ieder geval niet uit. Het streven is natuurlijk een boek te publiceren dat foutloos geschreven is maar is dit mogelijk? Ik denk het niet. Ik denk dat het perfecte boek niet bestaat maar corrigeer mij als ik het mis heb.
Gelukkig een echtpaar kunnen vinden die beiden werkzaam waren in het onderwijs. Zij willen dit wel voor mij doen. Lief toch? De tekst hadden ze graag op papier en met de laatste druppel inkt van mijn printer dit voor elkaar gekregen. Ze denken het met een maand klaar te hebben en daar is nu dus het wachten op. Met mijn, bijna dagelijkse, (kleine) veranderingen en/of verbeteringen in het boek ben ik gestopt. De correcties moeten immers wel overeenkomen met de versie die ik in de computer heb staan.
Het idee om het boek in september ter wereld te brengen heb ik maar laten varen. November lijkt mij een betere en haalbare optie. Ook nog op tijd om het boek als Sinterklaas of kerstcadeau weg te geven of om er zelf, genoeglijk opgevouwen in je favoriete leesstoel bij de behaaglijke warmte van de open haard, van te genieten. Ik geef maar een voorbeeld. De radiator van de cv is natuurlijk ook goed.
Maar goed, het wachten heeft ook consequenties voor deze serie van ‘de zwangere man’. Nummer 10 komt, maar jullie zullen een maand verstoken zijn van nieuws over van het wel en wee van deze draagvader.
©petergortworst / aug.2021