Zo langzamerhand moet één van de logeerkamers er aan geloven. Tot nu toe zijn dat kamers die, met het groots mogelijke geduld, zichzelf ter beschikking hebben gesteld als opslagruimtes voor meubels, oude kleren, dozen vol met boeken of snuisterijen en lampen in verschillende gedaantes. Gelukkig past alles in één kamer dus in mijn nieuwe kluskamer kan ik aan de gang. De diepte-investering in een ‘behangafstoomapparaat’ heeft zich uitbetaalt: vier lagen van het meest afschuwelijke behang wat men kon kopen zijn er af. Eén muur blijkt een voorzetmuur te zijn van gipsplaat. Door ervaring wijs geworden vermoed ik dat de stuclaag van de originele muur in slechte staat was en er daarom gipsplaten tegenaan zijn gezet. Ik vind het prima. De beschadigingen in de gipsplaat vul ik later op en als er een behangetje tegen aan gaat zie je er niets meer van. Vandaag heb ik mij voorgenomen een kleine verticale wand te bekleden met een heus eiken parket. Ooit gekregen van een scharrelaar die het zonde vond om weg te gooien. Voor mijn wandje is het precies genoeg en eens te meer blijkt dat wie iets bewaart nog wat heeft.
De vloerbedekking langs dat wandje moet er uit. Die is gelijmd en weghalen valt nog niet mee. Bovendien blijkt dat de voorzetwand geplaatst is toen de vloerbedekking er al lag. De onderste rand van de gipsplaat brokkelt af bij het wegtrekken van het tapijt en raakt zo beschadigd dat je er onderdoor kan kijken. Ik verwacht een muur te zien. Geen rioolpijp en elektrische draden. Wat nu? Goede raad is duur maar niet als je de situatie een tijdje laat betijen. De oplossing komt vaak later.
Vandaag eerst dat verticale wandje. De zaagtafel, de elektrische zaag en de waterpas liggen nog in de auto. Die spullen eerst maar naar boven sjouwen. Een winkelhaak heb ik ook nodig en die ligt ergens in de schuur. In de schuur staat ook mijn fiets en de voorband staat leeg. Dat is niet goed. Ik schakel de compressor in en wacht tot er genoeg druk is om mijn band te vullen. Dan bedenk ik mij dat ik ook, nu ik toch genoeg lucht heb, de banden van de auto kan controleren. De blokhaak vind ik na lang zoeken en weer neem ik mij voor om binnenkort orde in de chaos te scheppen.
De zaagtafel ligt onder een onwaarschijnlijke hoop rommel. Lege flesjes, kapot gebeten tennisballen, papieren zakdoekjes, een verlengsnoer, een Nederlandse frisdrankfles met statiegeld, planken die ik misschien nodig had voor een klusje bij iemand thuis, een mooie rode bloempot die in de aanbieding was, een zak met 10 kg gips, losse hoofdsteunen voor stoelen die er niet meer in staan, een kratje met een sleepkabel en autogereedschap wat je nooit nodig hoopt te hebben, de verplichte brandblusser en verbanddoos en een onwaarschijnlijke hoeveelheid aan losse papiertjes, zakjes, doosjes en rommeltjes. Hier passen slechts rücksichtslose maatregelen.
De vuilniszak in de keuken is half vol. Daar kan nog makkelijk iets bij en dus verdwijnt alles wat in deze zak aangeboden mag worden uit de auto. Papier moet apart en wat je niet zeker weet, gaat in de container voor restafval. Dat ruimt op. De zak is nog niet vol maar geen nood: in het bureau staat nog een prullenbak die ook leeg moet. Achter de prullenbak heeft zich een onwaarschijnlijke hoeveelheid hondenharen verzamelt. Zo’n hoeveelheid in twee dagen kan alleen maar als de hond in de rui is en dus moet het beest er aan geloven. Twee streken met de kam over haar rug en de kam zit vol. Dat moet dus eerst wil het schoonhouden van het huis geen water naar de zee dragen worden. Met de stofzuiger bij de hand laat de hond zich haar de schoonheidsbehandeling welgevallen. Dan valt er iets in het bureau en zie ik de kat de trap op vluchten. De zak is door de kat open gescheurd en ongeveer de helft ligt op de grond. Er zal iets vreselijk lekker geroken hebben en dan kan je een kat niet kwalijk nemen dat hij op onderzoek uitgaat. De hele handel in een nieuwe zak gedaan en deze voorlopig in het toilet gezet. Onbereikbaar voor kat en hond.
De hond is het kammen zat. Ik ook en morgen moet het toch weer.
De zaagtafel gaat naar boven. De zaag ook maar het zaagje wat er in zit is niet het goede. Na lang zoeken vind ik het bakje met de zaagjes. Dan blijkt de tube met montagekit niet meer goed te zijn. Te lang geleden gebruikt en ondanks de afdichtingen is het niet vloeibaar gebleven. Gelukkig is er in dit dorp een grote winkel waar je een nieuwe kan kopen. Als ik mijn jas aantrekt om op de fiets te stappen kijkt de hond mij verwachtingsvol aan. Dat is waar ook. Ze moet nog uit. Ik besluit deze twee dingen te combineren. Zij gaat eerst lekker achter de bal aan in het vrije veld en ik koop op de terugweg de tube kit.
Het sneeuwt en is koud. De hond loopt zich wel warm. Ik niet. Met tintelende vingers rijd ik, met naast mij een hijgende hond die de oorzaak is van beslagen ramen aan de rechterkant van de auto, naar de grote winkel. Met kit, rode loopneus en blijde hond kom ik weer thuis. De tube leg ik op de trap. De hond krijgt zijn lekkertje en ik maak koffie.
Morgen is er weer een dag.
© peter gortworst / feb. 2019
Heerlijk, zo laatste zin: “Morgen is er weer een dag!” En zo waar ook.
LikeGeliked door 1 persoon
Zo is het, morgen weer een dag 🙂
LikeGeliked door 1 persoon
Ha, heerlijk verhaal en morgen is er weer een dag, zo is dat!
LikeGeliked door 1 persoon