200

Stomtoevallig ontdekte ik dat mijn laatste verhaaltje nummer 199 was. Ik ben niet zo met getallen bezig maar een getal als 200 kan je niet ongemerkt voorbij laten gaan. Daarom ook dit stukje. Op zich is een getal van 200 niet iets noemenswaardig. Het getal 100 of 250 spreekt meer tot de verbeelding. Een kwart eeuw stadsrechten of de eerste 100 euro aan spaarcentjes als je van je ouders voor een hondje moet sparen. Dát zijn getallen die ergens over gaan. Toch vind ik 200 verhaaltjes bijzonder omdat juist dit ‘verhaaltje’ mij de kans geeft op wat zelfreflectie. Mijn kenners weten dat het aantal lezers per dag, week of jaar mij niet veel doet. Het is vele malen leuker om te zien vanuit welk land zij mijn verhaaltjes lezen. Want is dat een Nederlander die op zijn hotelkamer in Hongkong zit en uit verveling toch iets te lezen wil hebben of is het een Hongkonger die Nederlands leert en mijn schrijfseltjes als leerstof gebruikt? Fantasie is ook hier leuker dan de rauwe werkelijkheid.

Mijn zorgeloosheid aangaande cijfertjes kan ik ook volhouden omdat er niets aan vast zit. Niemand klaagt als er vandaag één bezoeker is en niemand raakt euforisch als het er 1000 zijn. Dat is ook de reden dat ik geen reclame bij mijn verhaaltjes duld. Zodra er verdient kan worden zijn cijfertjes plotseling wel belangrijk en ik wil voorkomen dat ik in die valkuil stap. Uiteraard moet ieder doen wat hem of haar goeddunkt maar schrijven is voor mij een hobby en een hobby kost geld. Die 27 cent per dag kan Bruintje voorlopig nog wel trekken.

Als ik de titels lees van mijn verhaaltjes valt mij op dat er verschillende zijn waarvan ik absoluut niet meer weet waar ze over gaan. Die noem ik de ‘vanzelfjes’. Ik krijg een idee voor een verhaaltje, schrijf dat zonder veel schaven, schrappen of herschrijven op en het is klaar voor publicatie. Dat geeft voldoening maar wat meer voldoening geeft zijn de verhaaltjes waar ik wel veel aan moest veranderen. Soms heb je dat. Je krijgt niet op papier wat er in je kop zit, elke keer herlezen geeft net zo vaak herschrijven en je kan blijven schaven tot je een ons weegt. Als zo’n verhaaltje dan klaar is en je publiceert het, dan nog kan het voorkomen dat je bij herlezen, weer woorden of zinnen verandert. De verhaaltjes ‘Gierzwaluwen’ en ‘Kiezen’ behoren bijvoorbeeld tot die categorie.
Het leukste zijn de verhaaltjes die ontspruiten uit een vaag idee. Meestal moet dat broeden, soms moet er wat speurwerk gedaan worden omdat wat ik schrijf, natuurlijk wel moet kloppen en als het dan zo ver is dat het broedsel volmaakt uit het ei komt, is dat een zinnenprikkelend genoegen.

Mijn verhaaltjes over Kuri in de serie ‘Orde, rust en regelmaat’ bewaar ik als een kostbaar aandenken. Met mijn huidige lichamelijke toestand kan ik haar niet houden. Het is geen gezapig huisdier. Het is een hond die veel energie heeft en de daarbij behorende beweging kan ik haar vooralsnog niet geven. Geen gemakkelijke beslissing maar voor haar wel de beste. Ze heeft een geweldig nieuw thuis gevonden en afgaande op berichtjes, foto’s en video’s gaat het haar goed.

Wat mij veel plezier gegeven heeft is de serie over Mannes in het veen. Bij het schrijven van de eerste aflevering had ik nog geen idee waar het naar toe zou gaan. Het complete verhaal heeft zich zelf geschreven en dat was een spannend proces. Het heeft mij wel geleerd dat het schrijven van een boek ook zo kan gaan. Een bedacht plot kan zomaar wegvallen, schrijfstijl moet consequent zijn en eerdere gebeurtenissen moeten logisch ingepast kunnen worden in latere. Het is niet voor niets dat ideeën voor een boek voorlopig maar het beste ideeën kunnen blijven.

Ook grappig: mijn mini-onderzoekje naar de herkomst van de derde pinksterdag in de Zaanstreek wordt elk jaar tegen Pinksteren veelvuldig gelezen. Een jaarlijks terugkerend genoegen.

Fantasie is iets moois. Het gebruik daarvan geeft talloze mogelijkheden. Het onmogelijke wordt simpel mogelijk en zolang de dikke duim overvloedig geeft, zijn de verhaaltjes legio. Toch ligt daar niet mijn eerste voorkeur. Die ligt nog steeds bij echte mensen. Niets is zo kleurrijk en echt als het beschrijven van mensen en hun belevenissen. Vaak ontkom je er niet aan om het verhaal met wat fantasie te larderen maar meestal is het een voorrecht om de gebeurtenissen te zien, te horen of mee te beleven. Soms is het tragisch komisch zoals in ‘Er gebeurt hier niks’ en soms alleen maar tragisch zoals in ‘Schrijver op de berg’ of ‘Hermann’.

Tot slot een oprecht woord van dank aan al mijn trouwe volgers en lezers. Dank voor alle opmerkingen, kritische noten en likes. Het is bekend dat een schrijver gelezen wil worden en jullie geven mij die voldoening.  Ik beloof bij deze dat ik met plezier naar de 300 ga en ook dan jullie daar deelgenoot van maak.

Een lieve groet en ik hoop dat het jullie goed gaat.

 

©peter gortworst / juni 2019
afbeelding: cbr.ru

Dit bericht werd geplaatst in oprispingen en getagged met , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

7 reacties op 200

  1. Mies Huibers zegt:

    Jij bedankt voor al je prachtige stukjes. Die van 251 tot en met 300 zal ik natuurlijk ook met groot plezier lezen.

    Geliked door 1 persoon

  2. Moni zegt:

    Eine sehr gute 200 te Erzählung auch die Übersetzung hat perfekt funktioniert und ich wünsche dir noch viele tolle Ideen und Gedanken die du dann schreiben wirst .

    Geliked door 1 persoon

  3. Jannie Harmsen zegt:

    En hopelijk gaat het jou ook goed Peter. Op naar de 300!

    Geliked door 1 persoon

  4. Ik hoop dat het jou ook weer goed gaat. Fijn weer van je te lezen.

    Geliked door 1 persoon

  5. Ellie Schmitz zegt:

    Peter, dank aan jou. Tot nu toe genoten van je verhaaltjes en dat ga ik nog vaker doen, zeker weten! Ik blijf je volgen!

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie