Kippetje

 

Het leven kan zijn als een kabbelend beekje. Lieflijk, geruststellend en overzichtelijk. Maar gelijk er in zo’n beekje iets drastisch plaats vindt zodra er bovenstrooms donkere wolken hun water richting aarde laten vallen, zo kan ook het leven veranderen in een woest kolkende rivier. Natuurlijk, een dergelijk water heeft ook zijn schoonheid. De kracht van het water is vaak indrukwekkend. Het donderende geweld getuigt van een kracht waar niet mee te spotten valt en ook van een verraderlijkheid waar men ten zeerste op bedacht moet zijn. Daarmee omgaan vereist levenswijsheid, bedachtzaamheid en soms een dosis geluk. Bij Kees is dat niet anders.

Vele jaren geleden is hij alleen komen te staan. Het was niet eenvoudig om zijn draai te vinden maar het is hem gelukt. Zijn kippetjes vullen de dagen. Met zorgzaamheid en liefde is hij daar vele uren per dag mee zoet. Het water wordt elke morgen ververst, stro in het nachthok schudt hij op en alles wat niet in de grote ren thuis hoort, haalt hij weg. Na gedane arbeid zet hij zich op het bankje en geniet van zijn scharrelende kippetjes en als je dat dagelijks doet leer je de dames vanzelf kennen. Namen geeft hij ze niet maar hij kent hun karakters en eigenaardigheden. Hij weet bijvoorbeeld precies wie de kenau, wie het blondje en wie het moederke is.
Zijn zeven kippetjes hebben een goed leven en dat belonen ze door elke dag minstens zes eieren te leggen.

Voor een man alleen zijn dat er teveel. Elke dag één ei bij het ontbijt is voldoende en met een hond die ook één ei per week krijgt, blijft er een ruime hoeveelheid over. Gelukkig helpt zijn kastje aan de straat hem van het eieroverschot af. Voor tien cent per ei kan men zich zelf bedienen en dat werkt wonderwel.

De bel van de voordeur gaat en als hij open doet, staat hij oog in oog met een dame die hem zeer sympathiek voor komt. Een enkele keer overkomt je dat. Het zit niet in wat men een mooi of lelijk uiterlijk vindt. Het zit in de uitstraling en dat is net zo’n vaag en ongrijpbaar begrip als aanwijzen waar je hurken zitten. Het heeft te maken met houding, gebaren, oogopslag, glimlach en natuurlijk stem. En juist dat laatste zet bij Kees een reeds lang aanwezig maar ongebruikt carillon in werking. Heldere klanken zijn het niet. Nog niet want wat lang niet geklonken heeft moet zichzelf even hervinden.

Kees hoort helemaal niet wat ze vraagt en dat realiseert hij zich als ze hem vragend aankijkt.
‘Sorry,’ zegt Kees, ‘Wat vroeg u nou?’
‘Ik wil graag voor donderdag vijftien eieren bestellen,’ zegt ze en Kees hoort dat het klokkenspel een nieuw doch roestig liedje start.
‘O, ja dat is goed. Donderdagmorgen staan ze voor u klaar.’
Ze bedankt hem en als ze het tuinhekje achter zich sluit, geeft het kleinste klokje een laatste pingel. Hij kijkt haar na zo ver als hij kan. Dan sluit hij de deur, schudt zijn kop een paar keer heen en weer en besluit dat een kop sterke koffie hem weer bij de les moet krijgen.

Donderdagmorgen staan de eieren klaar en met een ongeduldigheid die hij lang niet zo heeft ervaren, wacht hij haar komst af. Eindelijk gaat de bel en met een jongensachtige nervositeit opent hij de deur. Hij vraagt zijn beiaardierster binnen en terwijl zij in het halletje wacht, haalt hij de eieren uit de keuken.
‘Wat een gezellig huis heeft u. Niet te groot en, ja hoe zal ik het zeggen… Knus! Ja, dat is het. Woont u hier al lang?’
Een groot en gedreven redenaar is Kees niet. In deze omstandigheden antwoorden op vragen valt hem niet licht maar op een wonderlijke manier lijkt ze hem te helpen met zijn antwoorden. Niet dat ze iets invult maar ze weet het zo te brengen dat Kees er naderhand van overtuigd is dat hij zelf met die briljante teksten is gekomen. Sommige mensen kunnen dat en zeker bij moeilijke onderwerpen is dat heel prettig. Na een kwartiertje vertrek zij. Hij weet nu waar ze woont, dat ze Dora heet, ook alleen is en op bestelling van de begrafenisondernemer de lekkerste cakes bakt met verse eieren. Bovendien heeft ze hem betaald.
De klokjes klinken helder en doordringend en wanneer deze niet verstommen bij een bak sterke koffie concludeert Kees dat hij verliefd is.

Je ziet het wel vaker. Grote schrijvers zijn in de dagelijkse omgang soms erbarmelijke hakkelaars die met moeite uit hun woorden komen. Kees kent zichzelf en in plaats van kordaat op Dora af te stappen om haar de liefde te verklaren, schrijft hij een brief. Bij het nalezen is hij niet tevreden en schrijft hij een andere brief. Ook deze bevalt hem niet dus de derde brief ziet het licht. Inmiddels is hij de tel kwijt en droomt van balpennen, briefpapier en postzegels. Onrust en onzekerheid bepalen zijn leven. Het is niet alleen de brief die geschreven moet worden maar wat als deze eenmaal klaar is en verstuurt? Zijn de gevoelens van hevige verliefdheid wel wederzijds? Je zou toch denken dat ze hem dan vaker zou willen zien? Dit af laten hangen van de dood die ergens zijn intrede heeft gedaan met de toevalligheid dat de nabestaanden ook nog koffie met Dora’s cake willen, klopt toch niet? Zijn toenaderingspogingen gaan niet verder dan een enkele keer ‘toevalligerwijs’ met de hond langs haar huis lopen en dan voelt hij zich de puber van vroeger.

Het schrijven van de vele niet verstuurde brieven kost tijd. Tijd die ten koste gaat van zijn kippetjes en hond. Zijn uurtje op het bankje vult hij niet met het genieten van de dames in de ren. Dora zweeft bijna alle uren van de dag door zijn hoofd en hij wordt daar pijnlijk mee geconfronteerd als de hond hem rond de middag langdurig aan zit te staren. Het beest heeft nog geen eten gehad! Hij legt zijn pen neer en herstelt onder mompelende verontschuldigingen richting hond, de fout. Buiten ruimt hij voor het eerst sinds dagen de ren op, ververst het water en vervangt het stro in het nachthok. Het moederlijke kipje verlaat net het nest en hij ziet dat er een kakelvers ei gelegd is. In een vlaag van trots en onvervuld verlangen vernoemd hij ter plekke het kipje naar Dora.

 

Dora heeft eieren besteld en staat weer in het halletje.
‘Zou ik je kippetjes eens mogen zien?’ vraagt ze.
‘Ja hoor,’ zegt Kees en gaat haar voor naar buiten.
Bij de ren gaan ze samen op het bankje zitten en Kees praat voor zijn doen honderduit. Ze luistert aandachtig en vraagt dan of zijn kippetjes ook namen hebben.
‘Haha, nee hoor. Nou ja eentje. Die heet …… ‘
Hij houdt verschrikt zijn mond, kleurt rood en weet niet waar hij kijken moet.
‘Nou?’ vraagt ze, ‘Hoe heet die ene?’
Het duurt even maar dan fluistert Kees ‘Dora……’
Hij ziet niet de glimlach op het gezicht van Dora als ze vraagt:
‘En wat is er zo bijzonder aan dat kippetje dat zij die mooie naam heeft gekregen?’
Hakkelend vertelt Kees dat het een moederlijk kippetje is die de anderen lekkere hapjes gunt en soms met haar snavel niet alleen haar eigen verenpak glad strijkt.
‘Denk je niet dat Dora een haantje verdient die Kees heet?’

Onvoorstelbaar hoe warm een houten bankje aan kan voelen, hoe een zomers briesje kippenvel geeft, hoe oorverdovend een serie klokken in je hoofd kunnen luiden en hoe vervelend het is als je je in niets verslikt.
Ze wacht tot hij klaar is met hoesten. Dan pakt ze zijn hand en zegt:
‘Kom vanavond naar mijn huis. Niet langslopen dit keer maar aanbellen. Ik zorg voor koffie met een lekker plakje cake en dan gaan wij eens praten. Goed?’
Kees kan alleen maar knikken en zwijgend gaan ze weer naar binnen. Ze pakt haar eieren en als ze naar buiten stapt zoent ze zijn wang en zegt:
‘Dag haantje. Tot vanavond.’

De hond weet niet waar hij de twee rauwe eieren aan verdient heeft die door zijn voer zijn geroerd en de kippetjes zien voor het eerst geen slablaadjes maar een hele krop die Kees zomaar uit de moestuin getrokken heeft. Liefde verandert een kolkende stroom in een kabbelend beekje of andersom. Zeker is dat het rare dingen met mensen doet.

 

©peter gortworst / nov. 2018

 

 

Dit bericht werd geplaatst in korte verhalen en getagged met , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

6 reacties op Kippetje

  1. Rob Alberts zegt:

    Van nu af aan is het tikken van een eitje in de ochtend anders.

    Vrolijke groet,

    Geliked door 2 people

  2. Wilma Phillipson zegt:

    Mooi!

    Geliked door 1 persoon

  3. Anoniem zegt:

    Eine wunderschöne Geschichte .

    Geliked door 1 persoon

  4. Ellie Schmitz zegt:

    Ontroerend, mooi, leuk! Met spanning en een grote glimlach op mijn gezicht heb ik dit gelezen, Peter! Dat ‘Dora en Kees’ veel mooie, gelukkige en gezellige jaren samen beleven ❣️

    Geliked door 1 persoon

  5. Mies Huibers zegt:

    Prachtig hoe het zijn weg vindt. Ik mag die Dora wel.

    Geliked door 1 persoon

  6. Wat een lief verhaal. En wat wens ik Kees en Dora veel geluk.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie