Lentegras

En eindelijk is het dan zo ver. Alles en iedereen heeft op deze dagen gewacht. Krokussen, hyacinten en narcissen staan in volle bloei en de eerste bomen krijgen een groene waas van beginnend blad. In de parkvijver baltsen de eenden en een meerkoet zwemt met nestmateriaal in zijn snavel naar zijn stekje in het riet. Het is lente.

Op één van de bankjes bij de speelweide zit een ouder echtpaar. Zij heeft haar jas uit gedaan en geniet met blote armen van de warme voorjaarszon. Hij heeft zijn jas nog aan. “Nou Ans, zo warm is het nou ook nog niet,” heeft hij gezegd. “Voor je het weet loop je weer te snotteren.”

Op het gras voor hen zit een jong stelletje in kleermakerszit tegenover elkaar. Beiden hebben een smartphone in hun hand. “Wacht even,” hoort het echtpaar de jongen zeggen. Snel bewegen zijn vingers zich over het apparaat en kijkt dan naar het meisje. Ook zij maakt enkele bewegingen met haar vingers, leest en schiet in de lach. “Nu ik!” roept zij en met vlugge vingerbewegingen gaat zij over het scherm van haar smartphone. “Ja, duh!” zegt de jongen als hij haar tekst leest en het antwoord wordt al weer geschreven.

De man van het echtpaar zit het aan te kijken. “Snap jij dat nou?” vraagt hij aan Ans, “Ze zitten bijna met hun neuzen tegen elkaar aan en toch praten ze samen met zo’n telefoon. Is dat een spelletje of is dat tegenwoordig normaal?” “Ja Jaap, dat is tegenwoordig normaal,” weet Ans, “Onze kleinkinderen doen dat ook.” “Nooit niks van gemerkt,” bromt Jaap die niet weet dat zijn vrouw hun kinderen en kleinkinderen duidelijk heeft gemaakt dat opa Jaap en moderne techniek geen goede combinatie is. “Hij begrijpt het niet meer. De techniek is hem te snel gegaan en als hij daarmee geconfronteerd wordt gaat hij zich gedragen als een narrige brombeer. Doe het maar niet als je op bezoek bent” zei ze tegen hen. Het is tot nu toe goed gegaan. Niemand wil opa als narrige brombeer zien dus thuis heeft Jaap ‘nooit niks’ gemerkt.

Het jonge stel communiceert nog steeds via die ‘moderne techniek’ en blijkbaar is het laatste berichtje van de jongen een voltreffer. Zij leest, zegt “Ah, dat is lief” en geeft een kusje op het scherm. Hij buigt zich voorover en zij doet hetzelfde. Ze zoenen elkaar en het zoenen wordt gestaag inniger. Dan rollen ze om en liggend in het groene gras gaan ze verder. Zij legt één arm om zijn nek en met de hand van de andere aait ze over zijn achterwerk.

“Ja hoor. Moet dan nou?” moppert Jaap. “Je hoeft toch niet te kijken?” merkt Ans op, “Er zijn genoeg andere dingen te zien als je er niet tegen kan.” Hij zwijgt en gaat demonstratief een beetje schuin zitten.

De jongen is gaan staan en loopt naar een bankje. Het meisje heeft zich op de buik gedraaid en met haar hoofd in haar handen kijkt ze de jongen na. Die neemt een aanloopje, springt op het bankje en gaat op de rugleuning zitten. De boosaardige, sombere blik van opa Jaap ziet hij niet. Hij pakt zijn smartphone en stuurt een berichtje naar het meisje. Haar apparaat laat een boemboemmuziekje horen. Ze kijkt op het scherm en schud haar hoofd. Ze draait zich op haar rug en trekt haar knieën op. Weer stuurt de jongen een berichtje en de enige reactie die hij nu krijgt is een opgestoken middelvinger.

“Dat had jij me moeten flikken,” zegt Jaap. “Toen wij jong waren bestond dat gebaar nog niet eens,” zegt ze en iets zachter voegt zij daar aan toe: “Jammer genoeg.” Geschokt hapt hij naar adem. Hij wil boos reageren maar ze is hem voor. “Zit je er nou nog steeds naar te kijken?” Hij voelt zich betrapt en houdt zijn mond.

De jongen is opgestaan en loopt naar de rand van de speelweide. Het meisje kijkt hem na maar als de jongen achterom kijkt draait ze snel haar hoofd weg. Tot zijn grote verontwaardiging ziet Jaap de jongen een paar narcissen plukken. “Wel potverdikkeme! Kijk dan wat dat tuig doet!” Hij gaat staan om “Hé, laat dat!,” te roepen maar Ans kent hem en trekt hem aan zijn jas terug op de bank. “Blijf zitten. Wacht nou maar even af.” Onwillig gaat Jaap op het uiterste randje van de bank zitten. Klaar om direct in de benen te komen en dat tuig flink de waarheid te zeggen.

Met drie bloemen achter zijn rug loopt de jongen naar het meisje. Ze weet wat hij heeft gedaan maar kijkt nu bewust de andere kant op. De jongen knielt en het meisje gaat zitten. Dan geeft hij haar de bloemen. Ze neemt ze aan en steekt haar neus in de trechter van een bloem. Dan zoent ze de jongen en al zoenend gaan ze liggen. Haar been legt ze over de benen van de jongen. “Gaan we weer,” zegt Jaap. Ans zegt niets maar kijkt met een kleine glimlach naar het prille lentegeluk. Het jonge stel gaat staan en met de armen om elkaar heen lopen ze weg. Hij draagt de bloemen.

 

Jaap en Ans kijken hen na. “Wat was dat mooi,” zegt Ans met een zucht,  “En zo romantisch…..” Jaap kijkt peinzend naar de veters in zijn schoenen en vraagt dan: “Maar zo iets deden wij vroeger toch ook? We hadden er alleen geen telefoon bij.” Hè?” zegt Ans, “Wat zullen we nu krijgen! Zo was jij helemaal niet. Dit hebben wij nooit gedaan. Ik kan mij niet herinneren dat wij samen ergens in het gras hebben gelegen.”

Jaap laat bewust even een stilte vallen. “O nee,” zegt hij dan, “Dat was met Leentje.”

 

©peter gortworst

foto’s: http://www.nl.dreamstime.com / http://www.flower-direct.nl / http://www.ideboda.nl

 

…als je dit verhaaltje de moeite van het delen waard vindt, ga er dan maar van uit dat ik daar geen moeite mee heb….

Dit bericht werd geplaatst in eerder en getagged met , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

4 reacties op Lentegras

  1. Wilma Phillipson zegt:

    Leuk!

    Geliked door 1 persoon

  2. Rob Alberts zegt:

    Tussen de aanhoudende najaarsstormen al een verhaaltje over kalverliefdes in de Lente?

    Vrolijke groet,

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie