Vierkante flesjes

“Ans! Marjan! Er is koffie!” roept Theo naar boven en loopt met het dienblad de zo goed als lege woonkamer in. Hij zet het blad op de campingtafel en klapt drie stoeltjes uit. Eén stoeltje geeft een schrille piep en het geluid weerkaatst in de holle ruimte.

Als Ans binnenkomt, slaat ze haar armen om Theo heen en geeft hem een zoen. “Hoe gaat het boven?” vraagt hij. “Goed! Het bed is uit elkaar en staat in de voorste slaapkamer bij de rest wat naar de kringloop kan. Ik weet alleen nog niet wat ik met het toilettafeltje moet.” “Gebruik je het?” vraagt Theo. Ans aarzelt. “Eigenlijk niet…. ach, laat ik het ook maar wegdoen.”

Marjan schiet in de lach. “Goed bezig mam, weer een verstopplekje minder.” Theo kijkt haar vragend aan en Marjan verduidelijkt: “Mam gebruikte de toilettafel nooit zodat pappa daar, zonder kans op ontdekking, een fles jenever verstopt had. Ja, je wilt niet weten waar we allemaal drank hebben gevonden toen we eenmaal zijn gaan zoeken.” Ans neemt kleine slokjes van de koffie en glimlacht. “Is jou niets opgevallen aan dat bureautje wat we gisteren hebben weggebracht?” vraagt ze aan Theo. Als hij zegt zich niets bijzonders te herinneren zegt Ans: “Hij had de onderste lade ingekort zodat daar een fles achter kon liggen. Je kan van hem zeggen wat je wilt maar hij was slim en handig.”

“Ik ga mijn kleren uitzoeken,” zegt Ans terwijl ze haar koffiemok neer zet, “Weet je zeker dat we die kledingkast niet nodig hebben?” vraagt ze aan Theo. “Mijn lief, je weet toch dat er bij mij kastruimte genoeg is? Er is meer ruimte over dan de ruimte die jij nu hebt. Zet die kast ook maar bij het kringloopspul” Ans knikt en ze kijkt naar Marjan. “Wat ga jij doen?” “Ik ga de zolder op. Daar staan nog een paar dingen en ik zal even kijken wat er weg kan en wat mee moet.”

Ze trekt de trap naar beneden en kruipt de lage zolder op. Op haar knieën schuifelt ze naar een paar dozen die in de hoek staan. Naast de dozen ligt een matrasje van een kinderbed. Ze ploft op het matrasje en trekt de eerste doos naar haar toe. Kerstspullen. Een zilverwitte slinger, een kerstmannetje met een touwtje door zijn muts, een bos draad met kleine lampjes, een zware transformator en een handvol dennenappels. Dat kan dus weg.

De volgende doos. Spelletjes zo te zien. ‘Mens erger je niet’ ligt bovenop. Daaronder een oud Monopolyspel en daar onder een klein doosje met Pim Pam Pet. Daarnaast twee vierkante flesjes met jonge jenever. Eén volle en de ander half leeg. Een koude rilling trekt door haar lijf en ze vergeet even adem te halen. Dan zucht ze diep en staart naar die twee flesjes. Ze voelt haar ogen vochtig worden. Ze wil haar gedachten nu niet laten gaan. Het is er niet het moment voor maar ze kan even niet anders. Nu iets zinnigs doen lukt ook niet. Ze kan zich niet herinneren dat haar vader regelmatig naar de zolder ging. Heeft hij met zijn benevelde kop misschien die flesjes daar verstopt toen de kerstspullen opgeruimd moesten worden en is hij ze daarna vergeten?

Elke keer als ze aan haar vader denkt, deelt ze hem op in een vader vóór en een vader ná. De vader vóór was de leuke vader. De spelletjesvader, de ik-hou-van-jou-vader, de verhaaltjesvader, de gekke-dingen-doen-vader. De vader ná was de boze, de slapende, de ontslagen, de ruziënde, de scheldende, de slaande, de dronken, de niet of laat thuiskomende vader. Jaren van schaamte, van manipuleren, kleineren, verdriet, hoop en wanhoop gingen voorbij tot haar moeder tot het besluit kwam dat het zo niet verder kon. Ze ging bij hem weg en samen trokken ze bij oma in. Hem alleen laten was het beste voor haar en voor hem. Ze was niet langer zijn aanleiding of zijn excuus. Een zieke alleen laten druist tegen alles in maar juist omdat zij van hem hield, moest ze dit doen. Liefde is soms moeilijk en doet weleens wonderlijke dingen met mensen.

Het wonder gebeurde. Hij ging in therapie en overwon zichzelf. “Hij moet zich maar bewijzen,” had Ans gezegd en bleef nog een jaar bij oma wonen. Hij bewees zichzelf en toen zij terugkwamen was het huis van boven tot onder, binnen en buiten nieuw in de verf gezet. Een goede tijd brak aan. Jammer dat het zo kort duurde. De kanker was van het agressieve soort en met twee maanden was hij dood.

“Mijn man was alcoholist en toen hij er van af was ging hij dood aan de kanker. Ik ben dus weduwe” Dat waren de eerste woorden die zij tegen Theo sprak toen deze van een bovenmatige belangstelling in haar liet blijken. Hij verblikte of verbloosde niet. De geduldige, begrijpende, zachtaardige en lieve Theo. Hij slaagde cum laude voor alle testen die Ans op hem losliet en gaandeweg durfde zij zich gelukkig te voelen. Ze kon zich weer overgeven aan een man die haar op de eerste plaats stelde, niet rookte en niet dronk. Het kleine zetje dat zij haar moeder gaf om bij Theo in te trekken was eigenlijk niet nodig geweest. En nu moet het huis leeg en zit zij hier met die twee flesjes uit een verdrietig verleden..

Ze doet het kleine dakraampje open en laat de inhoud van de flesjes over de dakpannen stromen. Ze zet ze achter een stapeltje dakpannen die daar liggen omdat je nooit kan weten. “Oké, Marjan,” zegt ze tegen zichzelf, “Dat was dat. Nu is het klaar.” Het matrasje laat ze door het trapgat naar beneden vallen en Ans pakt de dozen aan. “Die spelletjes kunnen naar de kringloop. De rest is rommel en mag weg.” “Is het nu leeg?” vraagt Ans. “Ja,” zegt ze, “De bovenkamer is leeg.”

 

 

© peter gortworst / nov. 2014

foto’s: http://www.gentblogt.be / http://www.hooisma.nl

….als je dit verhaal de moeite van het delen waard vindt, ga er dan maar van uit dat ik daar geen moeite mee heb…

 

 

 

 

 

 

Dit bericht werd geplaatst in eerder en getagged met , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

4 reacties op Vierkante flesjes

  1. Peter, een mooi verhaal! Liefde, verdriet en weer een nieuw begin…goed geschreven! Alsof het zojuist in het echte leven is gebeurd

    Like

  2. Rob Alberts zegt:

    Mijn ex was alcoholiste.
    Uit elkaar kreeg zij voor de tweede keer kanker en overleed.

    Drank blijft een lastig iets.

    Vriendelijke groet,

    Geliked door 1 persoon

  3. Rob, dank voor je reactie(s). De eerste zin in de voorlaatste alinea is de basis van dit verhaal. Deze zin werd uitgesproken door een vrouw waar ik toevallig mee in gesprek raakte. Ik leef lang genoeg om te weten wat drank en kanker met een mens kunnen doen en deze twee kwaden kwamen in deze zin samen. Ik hoop dat het verhaal herkenbaar is.
    Zit jij op Facebook?

    Geliked door 1 persoon

  4. Rob Alberts zegt:

    Beste Peter, ik geniet van jouw verhalen.
    Met facebook ben ik een tijd terug weer gestopt.
    Bloggen doe ik langer en heb ik na twee winterslapen weer opgepakt.
    Naast het bloggen gebruik ik op Linkedin ( https://nl.linkedin.com/in/robalberts ) een profiel.

    Vriendelijke groet,

    Like

Plaats een reactie